Besluit van 8 december 1997, houdende aanwijzing van gevaarlijke afvalstoffen alsmede aanwijzing van afgewerkte olie als afval (Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen)

Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 november 1997, nr.MJZ97566828, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 1.1, eerste en tiende lid, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 26 november 1997, nr. W08.97.0710;
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 december 1997, nr. MJZ97580604, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Als afvalstof wordt aangewezen: afgewerkte olie.

Artikel

3

Als gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer worden aangewezen:

  • a.

    afvalstoffen die ontstaan bij de in bijlage I, kolom P, vermelde processen en die geheel of gedeeltelijk bestaan uit de afvalstoffen, vermeld in bijlage I, kolom A, tenzij in die bijlage anders is aangegeven;

  • b.

    afvalstoffen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit stoffen, vermeld in bijlage II, tenzij de concentratie van de stoffen in die afvalstoffen kleiner is dan de in bijlage II daarvoor aangegeven concentratiegrenswaarde.

Artikel

4

Artikel

5

Na inwerkingtreding van dit besluit worden de met toepassing van het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (Stb. 1993, 617) vastgestelde regels en andere besluiten aangemerkt als regels onderscheidenlijk besluiten, vastgesteld met toepassing van dit besluit.

Artikel

6

Het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (Stb. 1993, 617) wordt ingetrokken.

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sedert de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst met uitzondering van bijlage I, onder 42, bijlage III, U.1, onder b.6 en bijlage III, U.2, onder i, voor zover het betreft het onderdeel asbesthoudende bestanddelen, welke onderdelen in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer a.i., A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Justitie W. Sorgdrager

BIJLAGE

I

VAN HET BESLUIT AANWIJZING GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN

Lijst van processen waaruit gevaarlijke afvalstoffen vrijkomen

1. Petrochemische processen en pyrolytische behandelingen

  • 1.1

    ovenpuin

  • 1.2

    olie-water-slibmengsel

  • 1.3

    oliehoudende bleekaarde

  • 1.4

    zuurteer

  • 1.5

    zwavelhoudend restant van de ontzwaveling

  • 1.6

    oliewatermengsel

  • 1.7

    oliehoudend slib

  • 1.8

    olieëmulsie

  • 1.9

    oliehoudend zuur

  • 1.10

    teerrestant op basis van steenkoolteer

  • 1.11

    slib van de afvalwaterzuivering

  • 1.12

    restant vloeibare en pasteuze organische stoffen op basis van aromatische, alifatische en naftenische koolwaterstoffen

  • 1.13

    restant van het met behulp van loog wassen van brandstoffen

2. Aardgasproduktie

  • 2.1

    kwikhoudend slib

  • 2.2

    kwikhoudendfiltermateriaal

  • 2.3

    zwavelhoudende restanten

3. Produktie of toepassing van zink;produktie van zinkoxyde

  • 3.1

    zinkassen

  • 3.2

    zinkslakken

  • 3.3

    jarosiet

4. Produktie of toepassing van lood

  • 4.1

    loodassen

  • 4.2

    loodslakken

  • 4.3

    loodhoudend filterstof

5. Produktie of toepassing van cadmium

5.1 cadmiumhoudend filterstof

6. Produktie of toepassing van arseen

6.1 arseenhoudend filterstof

7. Produktie van gietijzer

7.1 koepelovenstof

8. Produktie van ruw ijzer en staal met oxystaalconverters of elektro-ovens

  • 8.1

    hoogovengasstof

  • 8.2

    filterstof

  • 8.3

    vliegas

  • 8.4

    overig afzuigingsstof

9. Produktie van aluminium (primaire of secundaire produktie)

  • 9.1

    filterstof

  • 9.2

    kathoderestanten

  • 9.3

    ovenpuin

10. Non-ferro-metallurgische processen

  • 10.1

    zware-metalenhoudend ovenpuin

  • 10.2

    arseenkalk

11. Harden van staal

  • 11.1

    cyanide-, nitraat- of nitriethoudend slib

  • 11.2

    hardingszout

12. Produktie of toepassing van asbest of asbesthoudende materialen

12.1 asbesthoudende restanten

13. Produktie van chloor door middel van het diafragmaelectrolyseproces

13.1 asbesthoudend restant

14. Fenolproduktie

  • 14.1

    fenolmengsel

  • 14.2

    fenolwatermengsel

15. Metaalbewerking

  • 15.1

    seleenhoudend metaalafval

  • 15.2

    berylliumhoudend metaalafval

  • 15.3

    boor-, snij- slijp- en walsolie of emulsies daarvan

  • 15.4

    olie-water-slibmengsel

16. Metaaloppervlaktebehandeling, zoals het etsen, beitsen, glanzen, galvaniseren, reinigen, ontvetten en thermisch verzinken

  • 16.1

    zuur, zuurrestant of zuurmengsel

  • 16.2

    loog, loogrestant of loogmengsel

  • 16.3

    galvanisch bad en (half) concentraat op basis van sulfide, chroom(VI), cyanide, koper, zink, cadmium, nikkel of tin

  • 16.4

    koperetsvloeistof

  • 16.5

    halogeenvrij slib uit een bad op basis van organische oplosmiddelen

  • 16.6

    halogeenhoudend slib uit een bad op basis van organische oplosmiddelen

  • 16.7

    fosfateerslib

  • 16.8

    halogeenhoudend organisch ontvettingsbad

  • 16.9

    slib uit beitsbad

17. Behandeling van galvanische en vergelijkbare baden en de waterzuivering in de metaaloppervlaktebehandeling

  • 17.1

    metaalhydroxydeslib met chroom, cadmium, koper, zink, nikkel of zilver

  • 17.2

    zware-metalenhoudend eluaat van ionenwisselaars

  • 17.3

    zware-metalenhoudend halfconcentraat van membraansystemen

18. Produktie van zuren of ammoniak

  • 18.1

    zuurhoudende restanten

  • 18.2

    ammoniakhoudende restanten

19. Produktie of toepassing van oplosmiddelen

  • 19.1

    verontreinigde halogeenvrije aromatische, alifatische of naftenische oplosmiddelen

  • 19.2

    verontreinigde halogeenvrije oplosmiddelen op basis van fenolen, ketonen, ethers, acetaten, alkoholen of glykolen

  • 19.3

    verontreinigde halogeenhoudende aromatische, alifatische of naftenische oplosmiddelen

  • 19.4

    verontreinigde halogeenhoudende oplosmiddelen op basis van fenolen

  • 19.5

    verontreinigde oplosmiddelen of mengsels van oplosmiddelen, op basis van organische stikstofhoudende aromaten, naftenen of alifaten

  • 19.6

    verontreinigde oplosmiddelen of mengsels van oplosmiddelen, op basis van organische zwavelverbindingen

  • 19.7

    destillatieresidu

20. Het verwijderen van coatings van schepen, bruggen en sluizen, hoogspanningsmasten en wegmarkeringen door middel van stralen

20.1 met coatings verontreinigd straalmiddel

21. Produktie of toepassing van coatings, zoals verven, lakken, vernissen en kunststof en van inkten

21.1 restanten van coatings of inkten, voor zover niet volledig uitgehard 21.2 slib van de afvalwaterzuivering bij de produktie

22. Produktie of toepassing van lijmen, kitten, kleefmiddelen en harsen

  • 22.1

    restant lijm, kit of kleefmiddel (anders dan op plantaardige of dierlijke basis) voor zover niet volledig uitgehard

  • 22.2

    restant harsolie

23. Produktie of toepassing van latex

23.1 restant latex of latex-emulsie, voor zover niet volledig uitgepolymeriseerd of uitgecoaguleerd

24. Produktie of toepassing van verfafbijtmiddelen

24.1 restant afbijtmiddel

25. Drukken en kopiëren met vloeibate toner

  • 25.1

    restant drukinkt

  • 25.2

    restant zeefdrukinkt

  • 25.3

    restant lakken

  • 25.4

    restant vloeibare toner

  • 25.5

    restant schoonmaakmiddelen op basis van organische vloeistoffen

  • 25.6

    restant etsvloeistoffen

  • 25.7

    restant dispergeeroliën

  • 25.8

    restant oxydatiemiddelen

26. Produktie of toepassing van fotochemicaliën

  • 26.1

    restant ontwikkelaar

  • 26.2

    restant fixeer

  • 26.3

    restant bleekfixeer

27. Produktie of toepassing van organische peroxyden

27.1 restant organische peroxyden

28. Produktie of toepassing van halogeenhoudende koolwaterstoffen aromatische, alifatische of naftenische koolwaterstoffen

  • 28.1

    restant vloeibare of pasteuze organische stoffen op basis van halogeenhoudende koolwaterstoffen

  • 28.2

    restant vloeibare of pasteuze organische stoffen op basis van aromatische, alifatische of naftenische koolwaterstoffen

29. Produktie of toepassing van organische stikstofverbindingen of organische zuurstofverbindingen

29.1 restant vloeibare of pasteuze organische stoffen op basis van stikstof- of zuurstofverbindingen (anders dan plantaardige of dierlijke koolhydraten, eiwitten, vetten en vetzuren)

30. Produktie of toepassing van stoffen (met uitzondering van kitten) op basis van siliconen

  • 30.1

    restant siliconenolie

  • 30.2

    siliconenhoudend restant

31. Produktie van doek en textiel

31.1 restant textielchemicaliën

32. Produktie of toepassing van kunststoffen of grondstoffen

  • 32.1

    halogeenvrij restant additieven voor kunststoffen (zoals kleurstoffen, stabilisatoren of vlamvertragers)

  • 32.2

    halogeenhoudend restant additieven voor kunststoffen

  • 32.3

    halogeenvrij restant weekmakers voor kunststoffen

  • 32.4

    halogeenhoudend restant weekmakers voor kunststoffen

  • 32.5

    restant van de bereiding van vinylchloridemonomeer

  • 32.6

    restant van de bereiding van acrylonitrilmonomeer

  • 32.7

    restant vloeibare of pasteuze rubberemulsie of rubberoplossing, voor zover niet uitgepolymeriseerd

  • 32.8

    slib van de afvalwaterzuivering van de rubberproduktie, voor zover niet uitgepolymeriseerd

  • 32.9

    PVC-houdende restanten, voor zover niet uitgepolymeriseerd

33. Produktie van cosmetica

33.1 restant chemische grond- en hulpstoffen (anders dan plantaardige of dierlijke koolhydraten, eiwitten, vetten en vetzuren)

34. Produktie van farmaceutica

34.1 restant van de produktie van geneesmiddelen (anders dan plantaardige of dierlijke koolhydraten, eiwitten, vetten en vetzuren)

35. Produktie, formulering of toepassing van bestrijdingsmiddelen

  • 35.1

    produktie- of formuleringsrestant

  • 35.2

    slib van de afvalwaterzuivering

  • 35.3

    hexa en hexahoudend restant op basis van hexachloorcyclohexaan of hexachloorbenzeen

  • 35.4

    restant van de toepassing van bestrijdingsmiddelen

36. Produktie, formulering of toepassing van houtverduurzamingsmiddelen

  • 36.1

    produktie- of formuleringsrestant

  • 36.2

    slib van de afvalwaterzuivering

  • 36.3

    restant van de toepassing van houtverduurzamingsmiddelen

  • 36.4

    houtloogbad

37. Reiniging, lediging en onderhoud van tanks en afscheiders van vaartuigen en voertuigen en van mobiele en stationaire opslagtanks

  • 37.1

    oliehoudend ladingrestant, waswater en slib

  • 37.2

    chemicaliënhoudend lading restant, waswater en slib

  • 37.3

    olie-water-slibmengsel en oliehoudende luchtfilters uit olie-, vet-, slib- of benzine-afscheiding

38. Reiniging van vaten, waarin zich chemische stoffen hebben bevonden

  • 38.1

    chemicaliënhoudend restant van de reiniging van vaten

  • 38.2

    slib van de afvalwaterzuivering

39. Zuiveringsprocessen voor lucht en water

  • 39.1

    slib van de afvalwaterbehandeling van de kunstmest produktie

  • 39.2

    slib van de behandeling van fluorwaterstofzuurhoudend afvalwater

  • 39.3

    zware-metalenhoudend restant van gebruikt ionenwisselaarmateriaal in de waterzuivering

  • 39.4

    rookgasreinigingsresidu

40. Zuiveringsprocessen voor organische vloeistof

40.1 filters en filtermateriaal waaraan zich organische vloeistoffen bevinden, zoals minerale olie, synthetische olie en organochloorverbindingen

41. Afvalverwerkingsprocessen, zoals verbranding, destillatie en scheidings- en concentratie technieken

  • 41.1

    slakken van de verbranding van uitsluitend gevaarlijke afvalstoffen

  • 41.2

    vliegas van de verbranding van afvalstoffen, met uitzondering van uitsluitend communaal zuiveringsslib

  • 41.3

    rookgasreinigingsresidu

  • 41.4

    restant van de verbranding van kabels

  • 41.5

    accuzuur

  • 41.6

    destillatieresidu van de verwerking van verontreinigde halogeenvrije organische oplosmiddelen

  • 41.7

    destillatieresidu van de verwerking van verontreinigde halogeenhoudende organische oplosmiddelen

42. Het shredderen van voornamelijk uit metaal, kunststof of rubber bestaande objecten

42.1 shredderafval

43. Chemische processen in laboratoria voor (controle)onderzoek en onderwijs

43.1 laboratoriumafval, met uitzondering van de afvalstoffen die ingevolge bijlage III, onder U.1, aanhef, en U.2 worden uitgezonderd

44. Toepassing van amalgaam in de tandheelkunde

44.1 amalgaamhoudende restanten

45. Het verrichten van onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan voertuigen en machines

  • 45.1

    olie-watermengsels, oliehoudend slib en olie-emulsie

  • 45.2

    filters en filtermateriaal waaraan zich organische vloeistoffen bevinden, zoals minerale olie, synthetische olie en organo-chloorverbindingen

46. Medische handelingen in intra- en extramurale instellingen voor de gezondheidszorg

  • 46.1

    menselijk anatomische resten en orgaandelen die vrijkomen bij operatieve en obstetrische ingrepen, bij obductie en bij wetenschappelijk onderzoek/onderwijs

  • 46.2

    proefdieren en delen van proefdieren voor zover niet voor destructie aangeboden

  • 46.3

    beddingafval afkomstig van proefdieren voor zover deze zijn besmet met ziektekiemen, genoemd in groep A en B van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken, of zijn behandeld met geneesmiddelen

  • 46.4

    afval van afdelingen/kamers, waar patiënten vanwege hun besmettingsrisico voor ziekenhuismedewerkers geïsoleerd worden verpleegd

  • 46.5

    afval van microbiologische laboratoria dat bacterieel, viraal of met schimmels besmet is

  • 46.6

    scherpe voorwerpen, zoals injectienaalden, afgeknipte capillairen, scalpels, kapotte instrumenten en bloedbuizen

  • 46.7

    grote hoeveelheden bloed, plasma en andere pateuze en vloeibare afvalstoffen

  • 46.8

    cytostatica

47. Iedere handeling met betrekking tot en ieder gebruik van smeersysteemolie

  • 47.1

    afgewerkte olie

  • 47.2

    andere afgewerkte smeer- en systeemolie

48. Anorganische chemische processen

48.1 basische oplossingen

Reikwijdte van bijlage I

Huishoudelijke afvalstoffen die niet zijn afgegeven of ingezameld worden ingevolge artikel 4, eerste lid, van dit besluit niet als gevaarlijke afvalstoffen aangemerkt.

BIJLAGE

II

VAN HET BESLUIT AANWIJZING GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN

Lijst van stoffen

1

Algemeen

De stoffen zijn ingedeeld in vijf klassen. Voor de klassen A, B, C en D geldt een - voor ieder van deze klassen verschillende - concentratiegrenswaarde.

2

Toepassing van de concentratiegrenzen

2.1

Betekenis van de concentratiegrenswaarde

De afvalstoffen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit stoffen, vermeld in de klassen A, B, C en D, worden als gevaarlijke afvalstof aangemerkt, tenzij de concentratie van de stoffen in die afvalstoffen kleiner is dan de toepasselijke concentratiegrenswaarde.

2.2

Anti-mengclausule

Bij de bepaling van de concentratie worden de gevolgen van verdamping, verdunning, vermenging of uitloging van de afvalstoffen niet in aanmerking genomen. Deze clausule is niet van toepassing op het met een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer of een ontheffing als bedoeld in artikel 10.47 juncto artikel 10.43 van de Wet milieubeheer bewerken of verwerken van afvalstoffen waarvan het verdampen, verdunnen, vermengen, of uitlogen van de afvalstoffen een onderdeel is.

2.3

Concentratie waarop de grenswaarde wordt betrokken

Indien een stof in de lijst van stoffen is opgenomen door middel van de aanwijzing van het element als zodanig (bijvoorbeeld «zwavel») of in combinatie met de toevoeging «verbindingen» (bijvoorbeeld «arseen en arseenverbindingen») worden de concentratiegrenswaarden betrokken op de in het afval aanwezige concentratie van dat element.

Indien een stof in de lijst van stoffen is opgenomen door middel van een aanwijzing als verbinding van een bepaald metaal (bijvoorbeeld «zilververbindingen») worden de concentratiegrenswaarden betrokken op de in het afval aanwezige concentratie van dat metaal.

Indien het om asbest gaat, wordt de concentratiegrenswaarde betrokken op de in het afval aanwezige concentratie van deze stof.

Indien een stof in de lijst van stoffen is opgenomen door middel van een aanwijzing als groep van zouten (bijvoorbeeld «sulfiden») worden de concentratiegrenswaarden betrokken op de betreffende zuurrest.

Indien een stof in de lijst van stoffen op andere wijze is opgenomen, dus:

  • -

    uitsluitend als verbinding (bijvoorbeeld «benzeen» of «aluminiumchloride») of groep van verbindingen (bijvoorbeeld «gechloreerde aromatische verbindingen»), of

  • -

    in samenhang met de aanduiding «organische verbindingen» (bijvoorbeeld «organische fosforverbindingen»), of

  • -

    als functionele groep (bijvoorbeeld «aminen»), worden de concentratiegrenswaarden betrokken op de in het afval totaal aanwezige concentratie van de betreffende verbindingen.

In geval het afval meerdere stoffen bevat die onder eenzelfde nummeraanduiding in de stoffenlijst zijn begrepen, worden de concentraties van de betreffende stoffen bij elkaar opgeteld.

Voor zover het waterhoudende afvalstoffen betreft worden de concentratiegrenzen betrokken op het droge stofgehalte ervan, voor zover dit gehalte 0,1 gewichtsprocent of meer bedraagt. Indien het gehalte aan droge stof kleiner is dan 0,1 gewichtsprocent, worden de concentratiegrenzen, verkleind met een factor duizend, betrokken op de gehele partij, dus inclusief water.

2.4

Toepasselijkheid van meer dan een grenswaarde

De opzet van de stoffenlijst in deze bijlage brengt met zich mee dat sommige stoffen onder verscheidene klassen in de lijst kunnen worden teruggevonden. Indien in zodanig geval sprake is van verschillende concentratiegrenzen geldt steeds de klasse met de laagste concentratiegrenswaarde.

3

Organische verbindingen

Onder «organische verbindingen» worden slechts die verbindingen begrepen welke op industriële wijze zijn gewonnen of vervaardigd. Onder «op industriële wijze gewonnen organische verbindingen», als bedoeld in de eerste zin, worden niet begrepen organische verbindingen welke deel uitmaken van het celmateriaal van organismen of de afbraakprodukten van dit celmateriaal.

Onder «organische verbindingen» en «koolwaterstoffen» worden niet begrepen volledig uitgepolymeriseerde verbindingen.

4

Klassen

Klasse A

Concentratiegrenswaarde: 50 mg/kg

A.1 Antimoon en antimoonverbindingen

A.2 Arseen en arseenverbindingen

A.3 Beryllium en berylliumverbindingen

A.4 Cadmium en cadmiumverbindingen

A.5 Chroom (VI) verbindingen

A.6 Kwik en kwikverbindingen

A.7 Seleen en seleenverbindingen

A.8 Telluur en telluurverbindingen

A.9 Thallium en thalliumverbindingen

A.10 Anorganische cyaanverbindingen (cyaniden)

A.11 Metaalcarbonylen

A.12 Naftaleen

A.13 Anthraceen

A.14 Fenantreen

A.15 Chryseen, benzo(a)antrhraceen, fluorantheen, benzo(a)pyreen, benzo(k)fluorantheen, indenol(1, 2, 3-cd)pyreen en benzo(ghi)peryleen

A.16 Gehalogeneerde koppels van aromatische ringen, zoals polychloorbifenylen, polychloorterfenylen en derivaten daarvan

A.17 Gehalogeneerde aromatische verbindingen

A.18 Benzeen

A.19 Dieldrin, aldrin en endrin

A.20 Organotinverbindingen

Klasse B

Concentratiegrenswaarde: 5000mg/kg

B.1 Chroom (III) verbindingen

B.2 Cobaltverbindingen

B.3 Koperverbindingen

B.4 Lood en loodverbindingen

B.5 Molybdeenverbindingen

B.6 Nikkelverbindingen

B.7 Tinverbindingen

B.8 Vanadiumverbindingen

B.9 Wolfraamverbindingen

B.10 Zilververbindingen

B.11 Organische halogeenverbindingen

B.12 Organische fosforverbindingen

B.13 Organische peroxyden

B.14 Organishe nitro- en nitrosoverbindingen

B.15 Organische azo- en azoxyverbindingen

B.16 Nitrillen

B.17 Aminen

B.18 (Iso- en thio-)cyanaten

B.19 Feno en fenolische verbindingen

B.20 Mercaptanen

B.21 Asbest

B.22 Halogeensilanen

B.23 Hydrazine(n)

B.24 Fluor

B.25 Chloor

B.26 Broom

B.27 Witte en rode fosfor

B.28 Ferrosilicium en -legeringen

B.29 Mangaansilicium

B.30 Halogeenbevattende stoffen die bij aanraking met vochtige lucht of met water zure dampen afgeven, zoals siliciumtetrachloride, aluminiumchloride, titaantetrachloride

Klasse C

Concentratiegrenswaarde: 20 000 mg/kg

C.1 Ammoniak en ammoniumverbindingen

C.2 Anorganische peroxyden

C.3 Bariumverbindingen, met uitzondering van bariumsulfaat

C.4 Fluorverbindingen

C.5 Fosforverbindingen, met uitzondering van de fosfaten van aluminium, calcium en ijzer

C.6 Bromaten, (hypo-)bromieten

C.7 Chloraten, (hypo-)chlorieten

C.8 Aromatische verbindingen

C.9 Organische sliliciumverbindingen

C.10 Organische zwavelverbindingen

C.11 Jodaten

C.12 Nitraten, nitrieten

C.13 Sulfiden

C.14 Zinkverbindingen

C.15 Zouten van perzuren

C.16 Zuurhalogeniden, zuuramiden

C.17 Zuuranhydriden

Klasse D

Concentratiegrenswaarde: 50 000mg/kg

D.1 Zwavel

D.2 Anorganische zuren

D.3 Metaalwaterstofsulfaten

D.4 Oxyden en hydroxyden in vaste vorm, met uitzondering van die van: waterstof, koolstof, silicium,ijzer, aluminium, titaan, mangaan, magnesium, calcium

D.5 Alifatische en naftenische koolwaterstoffen

D.6 Organische zuurstofverbindingen

D.7 Organische stikstofverbindingen

D.8 Nitriden

D.9 Hydriden

Klasse E

Geen concentratiegrenswaarde

E.1 Licht ontvlambaren stoffen

E.2 Stoffen die bij aanraking met water of vochtige lucht, licht ontvlambare gassen ontwikkelen in een gevaarlijke hoeveelheid.

Bijlage

III

van het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen

Lijst van uitzonderingen

U.1

Voorwerpenregeling:

Afvalstoffen worden niet als gevaarlijke afvalstof aangemerkt indien zij bestaan uit voorwerpen die in het afvalstadium zijn geraakt, tenzij:

  • a.

    dit is geschied voordat zij de gebruiker hebben bereikt;

  • b.

    dit is geschied nadat zij de gebruiker hebben bereikt en bestaan uit:

    • 1.

      transformatoren, warmte-overdrachtsystemen of hydraulische systemen of onderdelen daarvan, waarin zich vloeistof bevindt met een concentratie aan gehalogeneerde koppels van aromatische ringen (zoals PCB, PCT) groter dan 50 mg/kg;

    • 2.
      • a.

        transformatoren waaruit de vloeistof is verwijderd en waarin in de daarin nog achtergebleven vloeistof de concentratie aan gehalogeneerde koppels van aromatische ringen (zoals PCB, PCT) groter is dan 100 mg/kg;

      • b.

        warmte-overdrachtsystemen of hydraulische systemen of onderdelen daarvan, waaruit de vloeistof is verwijderd en waarin in de daarin nog achtergebleven vloeistof de concentratie aan gehalogeneerde koppels van aromatische ringen (zoals PCB, PCT) groter is dan 500 mg/kg;

    • 3.

      condensatoren, weerstanden en smoorspoelen, waarvan het gewicht meer dan 1 kilogram bedraagt en waarin zich gehalogeneerde koppels van aromatische ringen (zoals PCB, PCT) bevinden in een concentratie van meer dan 50 mg/kg;

    • 4.

      voorwerpen waar de onder de nummers 1, 2 en 3 genoemde voorwerpen onderdeel van uitmaken;

    • 5.

      ontplofbare voorwerpen en met ontplofbare stoffen geladen voorwerpen als bedoeld in de Wet Gevaarlijke Stoffen;

    • 6.

      asbesthoudende remblokken en koppelingsplaten uit voertuigen;

    • 7.

      accu's;

    • 8.

      batterijen;

    • 9.

      gasontladingslampen;

    • 10.

      kwikhoudende thermometers.

U.2

Specifieke uitzonderingen:

Afvalstoffen worden niet als gevaarlijke afvalstoffen aangemerkt voor zover zij uitsluitend bestaan uit:

  • a.

    plantaardige en dierlijke koolhydraten, eiwitten, vetten en vetzuren;

  • b.

    keramische produkten zoals aardewerk, porselein, baksteen;

  • c.

    geëmailleerde produkten;

  • d.

    glasprodukten;

  • e.

    kunststoffen of elastomeren (rubbers);

  • f.

    vormzand van metaalgieterijen;

  • g.

    restanten van wegverharding en asbestvrije vloer of dakbedekking;

  • h.

    bitumenrestant;

  • i.

    bouw- en sloopafval, waarin zich, op het moment van afgifte, na selectief verwijderen geen lood, asbesthoudende bestanddelen, teermastiek en verontreinigd verpakkingsmateriaal van verf, van houtverduurzamingsmiddelen, van zuren, van lijmen of van kitten bevinden;

  • j.

    dierlijke meststoffen;

  • k.

    metaalsilicaten;

  • l.

    bodemas die resteert na verbranding in een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen in een roosteroven of een wervelbedoven;

  • m.

    slakken en vliegas, vrijkomend bij met poederkool gestookte vuurhaarden en bij kolenvergassingsinstallaties;

  • n.

    formatiewater, inclusief de daarvan niet af te scheiden hulpstoffen, dat in het kader van de uitoefening van het mijnbouwbedrijf, na scheiding van de delfstof, in een daartoe geëigende gas- of olievoerende formatie wordt gebracht;

  • o.

    afvalstoffen, afkomstig van installaties voor het shredderen van andere dan gevaarlijke afvalstoffen;

  • p.

    niet corroderende legeringen met een gehalte aan metalen, genoemd in bijlage IIonder A.1 tot en met A.4, A.6 tot en met A.9 en B.4, dat kleiner is dan 20% op gewichtsbasis;

  • q.

    baggerspecie.

Huishoudelijke afvalstoffen

Huishoudelijke afvalstoffen die niet zijn afgegeven of ingezameld worden ingevolge artikel 4, eerste lid, van dit besluit niet als gevaarlijke afvalstoffen aangemerkt.