Wet van 15 december 1993, houdende wijziging van het stelsel van stichtingsnormen en opheffingsnormen in de Wet op het basisonderwijs en van het huisvestingsstelsel in de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs

Wijzigingswet Wet op het basisonderwijs, enz. (wijziging van het stelsel van stichtingsnormen en opheffingsnormen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het stelsel van stichtings- en opheffingsnormen in de Wet op het basisonderwijs te wijzigen teneinde een evenwichtiger verdeling van middelen in een goed gespreid basisonderwijs te bereiken en de beheersbaarheid van het huisvestingsstelsel in de Wet op het basisonderwijs en de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Vervallen

Artikel

V

Vervallen

Artikel

VI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VII

Vervallen

Artikel

VIII

Vervallen

Artikel

IX

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

X

Vervallen

Artikel

XI

Vervallen

Artikel

XII

Vervallen

Artikel

XIII

Vervallen

Artikel

XIV

Vervallen

Artikel

XV

Vervallen

Artikel

XVI

Vervallen

Artikel

XVII

Vervallen

Artikel

XVIII

Vervallen

Artikel

XIX

Vervallen

Artikel

XX

Vervallen

Artikel

XXI

Vervallen

Artikel

XXII

Vervallen

Artikel

XXIII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XXIV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XXV

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, J. M. M. Ritzen
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin