Wet van 15 december 1993, houdende maatregelen in verband met de financiële positie van het Spoorwegpensioenfonds

Wijzigingswet Spoorwegpensioenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen te nemen in verband met de toenemende algemene reserve van het Spoorwegpensioenfonds, zulks mede in het kader van matiging van de ontwikkeling van de collectieve uitgaven;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

De pensioenbijdrage bedoeld in artikel C 3, eerste lid, van de Spoorwegpensioenwet wordt, behoudens vermindering uit anderen hoofde, verminderd met een en zestiende procent van de som der bijdragegrondslagen.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, C. I. Dales
De Minister van Financiën, W. Kok
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin