Wet van 22 december 1993, tot intrekking van de Wet tijdelijke handhaving leeftijdsgrens verzekerings- en premieplicht AAW en wijziging van enkele andere sociale zekerheidswetten en van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964, in verband met de handhaving leeftijdsgrens verzekerings- en premieplicht AAW en invoering premiebetaling Algemene Weduwen- en Wezenwet dan wel Algemene Nabestaandenwet voor boven-65-jarigen

Wet wijziging premieheffing boven-65-jarigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de leeftijdsgrens verzekerings- en premieplicht voor de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet structureel te handhaven en premiebetaling Algemene Weduwen- en Wezenwet dan wel Algemene Nabestaandenwet voor boven-65-jarigen in te voeren en in verband daarmee het tarief van de inkomstenbelasting en de loonbelasting aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

De Wet tijdelijke handhaving leeftijdsgrens verzekerings- en premieplicht AAW wordt ingetrokken.

Artikel

II

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

V

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VIII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IX

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1994.

Artikel

X

Deze wet wordt aangehaald als: Wet wijziging premieheffing boven-65-jarigen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Wallage
De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin