Wet van 22 december 1993, houdende vaststelling van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen

Wet brutering overhevelingstoeslag lonen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen met betrekking tot verhoging van het loon ter compensatie van het vervallen van de overhevelingstoeslag;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b.

    overhevelingstoeslag: De overhevelingstoeslag, bedoeld in artikel 1 van de Wet overhevelingstoeslag opslagpremies en in artikel 3 van de Wet aanpassing uitkeringsregelingen overheveling opslagpremies;

  • c.

    vervaljaar: het krachtens artikel 9 vastgestelde jaar met ingang waarvan de verplichting tot betaling van een overhevelingstoeslag komt te vervallen.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De laatstelijk voor het jaar dat voorafgaat aan het vervaljaar vastgestelde bedragen, genoemd in artikel 8, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, worden verhoogd met een van de overhevelingstoeslag afgeleid bij ministeriële regeling vast te stellen percentage. De herziene bedragen treden in de plaats van de bedragen, genoemd in artikel 8, eerste lid, van die wet en gelden ingaande 1 januari van het vervaljaar als basis voor de toepassing van artikel 14 van die wet. Bij deze toepassing blijft de ontwikkeling van de contractlonen als gevolg van de artikelen 3 en 8 buiten beschouwing.

Artikel

6

Artikel

7

Met betrekking tot de verhoging van het loon, bedoeld in de artikelen 3 en 4, zijn van overeenkomstige toepassing de bij of krachtens de wet vastgestelde voorschriften omtrent de opgave en uitbetaling van loon en omtrent de rechtsvorderingen tot uitbetaling van loon.

Artikel

8

Van de artikelen 3, 4 en 6 kan bij schriftelijke overeenkomst dan wel bij regeling door het bevoegd gezag van een publiekrechtelijk lichaam worden afgeweken.

Artikel

9

Artikel

10

Deze wet wordt aangehaald als: Wet brutering overhevelingstoeslag lonen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. de Vries
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Wallage
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin