Regeling wettelijke beslistermijn voor beschikkingen op aanvraag van meer formatie op grond van bijzondere omstandigheden in het primair onderwijs (PO)
De minister beslist binnen vier maanden na ontvangst van een aanvraag als bedoeld in artikel 96a, derde lid, van de WBO. Indien de beschikking niet binnen vier maanden kan worden gegeven, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en verlengt daarbij de in de vorige volzin genoemde termijn met vier maanden.
Artikel
2
De minister beslist binnen vier maanden na ontvangst van een aanvraag als bedoeld in artikel 93a, vierde lid, van de ISOVSO. Indien de beschikking niet binnen vier maanden kan worden gegeven, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en verlengt daarbij de in de vorige volzin genoemde termijn met vier maanden.
Artikel
3
Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Artikel
4
Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OenW-Regelingen, waarin deze regeling is bekendgemaakt.
Artikel
5
Ten aanzien van het nemen van besluiten die zijn aangevraagd voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling blijft het recht zoals het gold voor dat tijdstip van toepassing.
De minister van onderwijs en wetenschappen, dr. ir. J.M.M.Ritzen