Regeling verevening referentiehoeveelheid rechtstreekse verkoop 1989, 1990 en 1991

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Overwegende dat voor de heffingsperioden 1988/1989, 1989/1990 en 1990/1991 voor wat betreft de rechtstreekse verkoop toepassing kan worden gegeven aan artikel 4bis van de Verordening (EEG) nr. 857/84 van de Raad van 31 maart 1984, houdende algemene voorschriften voor de toepassing van de in artikel 5quater van de Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde heffing in de sector melk en zuivelprodukten (PbEG L 90);
Gezien het advies van het Produktschap voor Zuivel en het Landbouwschap;

Besluit:

Artikel

1

Voor deze regeling wordt voor zover van belang de begripsomschrijving overgenomen van artikel 1 van de Beschikking superheffing 1993.

Artikel

2

Behoudens het bepaalde in artikel 3 blijft de inning van een heffing als bedoeld in artikel 4 van de Beschikking superheffing 1988 voor de heffingsperioden 88/89, 89/90 en 90/91 achterwege.

Artikel

3

In afwijking van het bepaalde in artikel 2 blijft bij producenten,

  • die in verband met een overtreding van de voorschriften van de Beschikking superheffing 1988 in één of meer van de heffingsperioden 1988/1989, 1989/1990 of 1990/1991 aan de voorwaarden ter voorkoming van strafvervolging, als bedoeld in artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht hebben voldaan, of

  • van wie vorenbedoelde overtreding in een gerechtelijke procedure bewezen is verklaard,

de inning van de in artikel 2 bedoelde heffing voor de heffingsperiode waarop het vorenbedoelde verval van recht tot strafvordering onderscheidenlijk de vorenbedoelde bewezenverklaring betrekking heeft, niet achterwege.

Artikel

4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

5

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling verevening referentiehoeveelheid rechtstreekse verkoop 1989, 1990 en 1991.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
voor deze:
De directeur-generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G. van derLely