Wet van 4 februari 1994, tot wijziging van de Wet op de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten (wijziging bezoldigingsstructuur)

Wijzigingswet Wet op de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren, enz. (wijziging bezoldigingsstructuur)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bezoldigingsstructuur voor de rechterlijke ambtenaren, de overeenkomstige functionarissen bij de niet tot de rechterlijke macht behorende gerechten en de rechterlijke ambtenaren in opleiding te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

V

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VIII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IX

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

X

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XII

Wat hun bezoldiging betreft zijn de vice-presidenten van de gerechtshoven die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet als zodanig zijn benoemd, gelijkgesteld met een coördinerend vice-president.

Artikel

XIII

Artikel

XIV

Artikel

XV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XVI

Artikel

XVII

Artikel XVI is van overeenkomstige toepassing op rechterlijke ambtenaren als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, van de Wet op de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet als zodanig zijn aangewezen en die in aansluiting op hun aanwijzing worden benoemd tot rechterlijk ambtenaar als bedoeld in de artikelen 1 en 1a van die wet.

Artikel

XVIII

Artikel

XIX

De bijlage, bedoeld in artikel XVI, vierde lid, wordt als volgt vastgesteld:

Bijlage bij de Wet van 4 februari 1994, Stb. 81, houdende wijziging van de Wet op de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten (wijziging bezoldigingsstructuur)

Salariscategorie

A

B

C

1

16 480

16 645

16 945

2

15 453

15 607

15 888

3

14 489

14 634

14 897

4

13 586

13 722

13 969

5

aanvang

11 229

11 342

11 546

na 1 jaar

11 966

12 085

12 303

na 2 jaar

12 750

12 877

13 109

na 3 jaar

13 586

13 722

13 969

6

12 352

12 475

12 700

7

aanvang

10 539

10 644

10 836

na 1 jaar

11 229

11 342

11 546

na 2 jaar

11 966

12 085

12 303

na 3 jaar

12 352

12 475

12 700

8

aanvang

10 539

10 644

10 836

na 1 jaar

10 879

10 987

11 185

na 2 jaar

11 229

11 342

11 546

na 3 jaar

11 592

11 708

11 918

8a

11 592

11 708

11 918

8b

10 879

10 987

11 185

8c

10 209

10 311

10 497

9

aanvang

8 090

8 171

8 318

na 1 jaar

8 554

8 639

8 795

na 2 jaar

8 790

8 878

9 037

na 3 jaar

9 032

9 123

9 287

na 4 jaar

9 282

9 375

9 543

na 5 jaar

9 581

9 677

9 851

na 6 jaar

9 890

9 989

10 169

na 7 jaar

10 209

10 311

10 497

10

aanvang

6 879

6 948

7 073

na 1 jaar

7 057

7 128

7 256

na 2 jaar

7 236

7 308

7 439

na 3 jaar

7 414

7 488

7 623

na 4 jaar

7 637

7 713

7 852

na 5 jaar

7 866

7 945

8 088

na 6 jaar

8 090

8 171

8 318

na 7 jaar

8 314

8 397

8 548

na 8 jaar

8 438

8 522

8 676

11

aanvang

5 988

6 048

6 156

na 1 jaar

6 165

6 227

6 339

na 2 jaar

6 343

6 406

6 521

na 3 jaar

6 520

6 585

6 704

na 4 jaar

6 698

6 765

6 887

na 5 jaar

6 879

6 948

7 073

na 6 jaar

7 057

7 128

7 256

na 7 jaar

7 236

7 308

7 439

na 8 jaar

7 414

7 488

7 623

na 9 jaar

7 637

7 713

7 852

na 10 jaar

7 754

7 832

7 973

11a

aanvang

7 236

7 308

7 439

na 1 jaar

7 414

7 488

7 623

na 2 jaar

7 637

7 713

7 852

na 3 jaar

7 866

7 945

8 088

na 4 jaar

8 090

8 171

8 318

na 5 jaar

8 314

8 397

8 548

na 6 jaar

8 554

8 639

8 795

na 7 jaar

8 790

8 878

9 037

na 8 jaar

9 032

9 123

9 287

na 9 jaar

9 282

9 375

9 543

11b

aanvang

6 897

6 948

7 073

na 1 jaar

7 057

7 128

7 256

na 2 jaar

7 236

7 308

7 439

na 3 jaar

7 414

7 488

7 623

na 4 jaar

7 637

7 713

7 852

na 5 jaar

7 866

7 945

8 088

na 6 jaar

8 090

8 171

8 318

na 7 jaar

8 314

8 397

8 548

na 8 jaar

8 438

8 522

8 676

11c

aanvang

5 988

6 048

6 156

na 1 jaar

6 165

6 227

6 339

na 2 jaar

6 343

6 406

6 521

na 3 jaar

6 520

6 585

6 704

na 4 jaar

6 698

6 765

6 887

na 5 jaar

6 879

6 948

7 073

na 6 jaar

7 057

7 128

7 256

na 7 jaar

7 236

7 308

7 439

na 8 jaar

7 414

7 488

7 623

na 9 jaar

7 637

7 713

7 852

na 10 jaar

7 754

7 832

7 973

12

aanvang

3 531

3 566

3 630

na 1 jaar

3 702

3 739

3 806

na 2 jaar

3 887

3 926

3 997

na 3 jaar

4 810

4 858

4 945

na 4 jaar

5 011

5 061

5 152

na 5 jaar

5 209

5 261

5 356

na 6 jaar

5 412

5 466

5 564

na 7 jaar

5 605

5 660

5 762

na 8 jaar

5 796

5 854

5 959

A = salaris in guldens per maand met ingang van 1 juni 1992. B = salaris in guldens per maand met ingang van 1 januari 1993. C = salaris in guldens per maand met ingang van 1 april 1993.

Artikel

XX

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin