Artikel
1
Omschrijving loonbegrip
1
Voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 4 wordt onder loon verstaan het loon in de zin van artikel 4, 5 en 6 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (Stb. 1966, 64), met dien verstande dat hetgeen niet of niet geheel is uitbetaald, eveneens tot het loon behoort.
2
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden geacht tot het loon te behoren:
-
a.
het rechtens geldende loon voor zover dit niet is genoten, met uitzondering van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, onder s van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;
-
b.
bedragen welke zijn ingehouden als bijdrage voor aanspraken die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken ingevolge sociale verzekeringswetten of als bijdrage voor aanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval;
-
c.
het werknemersaandeel in de pensioenpremie
-
d.
loonsuppletie die aan betrokkene is toegekend op grond van artikel 38 van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel.
3
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden geacht niet tot het loon te behoren:
-
a.
aanspraken uit een betrekking, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;
-
b.
bedragen, welke de hoogte van het rechtens geldend loon te boven gaan;
-
c.
bedragen, strekkende tot vergoeding van te maken onkosten, ook al zijn deze niet in een afzonderlijke onkostenvergoeding vastgesteld;
-
d.
gratificaties;
-
e.
loon bestemd voor vakantiedagen, niet zijnde vakantietoeslag, vergoeding voor niet genoten vakantie, alsmede ingeval de betrekking voortduurt, vakantietoeslag;
-
f.
feestdagentoeslag, tenzij in het desbetreffende beroep onder normale omstandigheden in de bedrijfstak arbeid op feestdagen wordt verricht.
-
g.
bedragen, uitbetaald als beloning voor overwerk;
-
i.
vergoeding voor reisuren, voor zover door het in aanmerking nemen van deze uren de normale wekelijkse arbeidsduur volgens arbeidsovereenkomst of aanstelling zou worden overschreden;
-
j.
afzonderlijke bijdragen, strekkende tot betaling van premie van een door of voor de belanghebbende afgesloten verzekering;
-
k.
uitkeringen en verstrekkingen uit fondsen;
-
l.
uitkeringen en verstrekkingen tot dekking van kosten ter zake van ziekte, invaliditeit, bevalling en sterfgeval;
-
m.
vrije uniform- en andere kleding;
-
n.
kindertoeslagen;
-
o.
afzonderlijke bijdragen, strekkende tot tegemoetkoming in de betaling van de rente van een hypotheek, rustende op de woning van de belanghebbende, alsmede voordeel, dat de belanghebbende heeft van aan hem, van wege zijn bevoegd gezag, verstrekte geldleningen, waarvoor hem geen of lagere rente, dan wel geen of lagere afsluitprovisie in rekening wordt gebracht;
-
p.
het voordeel, dat voor de belanghebbende is gelegen in het gebruik voor privé-doeleinden van een auto en/of telefoon, waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk door het bevoegd gezag worden gedragen;
-
q.
uitkeringen die het karakter hebben van een 13e maandloon of een eindejaarsuitkering in het geval de dienstbetrekking voortduurt;
-
r.
uitkeringen en verstrekkingen op grond van de sociale verzekeringswetten, waaronder begrepen de Toeslagenwet (Stb. 1987, 89);
-
s.
periodieke uitkeringen, die naar aard en strekking overeenkomen met uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Ziektewet of de Werkloosheidswet;
-
t.
uitkeringen over tijdvakken, waarin de belanghebbende geen arbeid verricht, indien de uitkeringen minder bedragen dan de helft van zijn loon;
-
u.
het voordeel dat voor de belanghebbende is gelegen in het gebruiken van de maaltijd in de werktijd, indien hiertoe op basis van de arbeidsovereenkomst of aanstelling een verplichting bestaat;
-
v.
een vergoeding van de werkgever in de kosten van kinderopvang, voor zover die vergoeding meer bedraagt dan het bedrag van de besparing. Het bedrag van de besparing wordt bepaald door de laagste van de volgende bedragen te verminderen met de eigen bijdrage:
-
het bedrag dat op basis van de beschikking, bedoeld in artikel 1, onderdeel a van de beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 22 december 1986, nr. 86/9459, zoals deze thans luidt of nader zal komen te luiden in aanmerking zal moeten worden genomen indien de kinderopvang in natura zou zijn genoten zonder dat daarvoor een eigen bijdrage zou zijn verschuldigd;
-
het bedrag van de werkelijke kosten van kinderopvang.
De eigen bijdrage wordt bepaald door de werkelijke kosten van kinderopvang te verminderen met de vergoeding van de werkgever.
-