In overeenstemming met de Sector Commissie Onderwijs en Wetenschappen;
Besluit:
Hoofdstuk
1
Het begrip vakantie genieten
Artikel
1
Van vakantie genieten in de zin van artikel 5, eerste lid onderdeel j, van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, is sprake, indien:
a.
betrokkene verklaart vakantie te genieten;
b.
betrokkene niet verklaart vakantie te genieten, maar daarvan, gelet op de feitelijke omstandigheden, kennelijk sprake is.
Hoofdstuk
2
Vakantie genieten met behoud van recht op uitkering
Artikel
2
1
De betrokkene kan per kalenderjaar gedurende vier weken vakantie genieten met behoud van zijn recht op uitkering ingevolge het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel.
2
Voor de betrokkene die werkloos wordt in de loop van een kalenderjaar, geldt gedurende het kalenderjaar waarin hij werkloos is geworden een periode van zes weken.
3
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt een periode van 8 weken voor de betrokkene van buitenlandse afkomst die zijn volledige vakantie geniet in het land van herkomst.
4
Het eerste lid is niet van toepassing op de betrokkene die:
a.
57,5 jaar en ouder is; of
b.
valt onder een sociaal plan waarover overeenstemming is bereikt met de centrales van overheids- en onderwijspersoneel.
Artikel
3
Op het aantal weken, als bedoeld in artikel 2, wordt in mindering gebracht:
a.
het aantal hele weken waarin de betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar in dienstbetrekking heeft gestaan, gedeeld door 13;
b.
het aantal weken waarin de betrokkene in het desbetreffende kalenderjaar vakantie heeft genoten met behoud van zijn recht op uitkering ingevolge het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel.
Artikel
4
Het aantal weken, berekend volgens de voorgaande artikelen, wordt afgerond op een cijfer achter de komma.
Artikel
5
In de periode waarin betrokkene, met inachtneming van de voorschriften, als bedoeld in artikel 12, eerste lid onderdeel h, van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, vakantie geniet, maakt het uitvoeringsorgaan geen gebruik van de bevoegdheden, genoemd in artikel 13, eerste en tweede lid, van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel.
Artikel
6
Het bepaalde in het vorige artikel is niet van toepassing:
a.
op de verplichtingen genoemd in artikel 11 van het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel;
b.
op een recht op uitkering dat ontstaat dan wel herleeft tijdens de periode waarin de betrokkene vakantie geniet.
Artikel
7
Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Artikel
8
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 1994.
Artikel
9
Deze regeling wordt aangehaald als: Regels betreffende het begrip vakantie en de periode van vakantie met behoud van recht op uitkering.
De minister van onderwijs en wetenschappen; dr. ir. J.M.M.Ritzen