Artikel
1
1
Indien een gehandicapte op grond van artikel 57, tweede lid, onder a, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, of op grond van artikel P9, tweede lid, onder a, van de Algemene burgelijke pensioenwet, dat wel op grond van artikel X 5, derde lid, onder a, van de Algemene militaire pensioenwet in aanmerking kan worden gebracht voor een vervoersvoorziening, wordt op grond van artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten geen financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een vervoermiddel verleend, en wordt een op grond van laatstgenoemd artikel reeds verleende financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een vervoermiddel uiterlijk na twaalf maanden beëindigd.