Kledingregeling voor de politie

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Justitie;

Gelet op artikel artikel 49, tweede lid, van de Politiewet 1993, artikel 56, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

uniform:

het samenstel van de in bijlage 1 genoemde kledingstukken en de in bijlage 2 genoemde uitmonstering;

dienstkleding:

de door de beheerder aan de ambtenaar verstrekte kleding, niet zijnde het uniform.

beheerder:

1º.
voor de regionale politiekorpsen de burgemeester, bedoeld in artikel 23 van de Politiewet 1993;
2º.
voor het Korps landelijke politiediensten de Minister van Justitie;

ambtenaar:

de ambtenaren, genoemd in artikel 56, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie en de vrijwillige ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 15 van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie.

Artikel

2

1

Voor het uniform gelden de in bijlage 3 opgenomen modellen en technische voorschriften.

2

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan modellen en technische voorschriften voor de dienstkleding vaststellen. Voor zover het dienstkleding van het Korps landelijke politiediensten betreft, worden de voorschriften in overeenstemming met de Minister van Justitie vastgesteld.

3

De beheerder draagt er zorg voor dat het uniform overeenkomt met de in bijlage 3 genoemde modellen en technische voorschriften.

Artikel

3

De beheerder geeft in een reglement aan:

a.
welke in bijlage 1 genoemde kledingstukken en in bijlage 2 genoemde uitmonstering verstrekt worden;
b.
de wijze van verstrekking van het uniform;
c.
op welke wijze het uniform wordt gedragen met dien verstande dat het witte overhemd in combinatie met de tuniek wordt gedragen en het blauwe overhemd in combinatie met de blouson wordt gedragen;
d.
op welke wijze het uniform wordt onderhouden.

Artikel

4

1

Het uniform is eigendom van de regio waar de ambtenaar in dienst is, dan wel van de Staat indien de ambtenaar werkzaam is bij het Korps landelijke politiediensten.

2

De ambtenaar is verantwoordelijk voor het hem verstrekte uniform.

Artikel

5

Het uniform dat aan de ambtenaar is verstrekt, wordt door de beheerder ingenomen bij:

a.
de vervanging van het uniform,
b.
het overlijden van de ambtenaar, of
c.
het ontslag van de ambtenaar uit de politiedienst.

Artikel

6

De beheerder draagt er zorg voor dat het uniform niet in handen van onbevoegden terecht komt.

Artikel

7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 1994.

Artikel

8

Deze regeling wordt aangehaald als: Kledingregeling voor de politie.

Deze regeling zal in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst met uitzondering van de bijlage 3, die op het ministerie van Binnenlandse Zaken ter inzage wordt gelegd.

's-Gravenhage 25 maart 1994

De Minister van Binnenlandse Zaken, E. vanThijn

Bijlage

1 Kledingstukken

Basisuniform heren

pet
bontmuts
handschoenen gevoerd
handschoenen wit katoen
tuniek
regenjas
blouson polyester-katoen
blouson leder
blouson winter
pantalon standaard
pantalon zomer
overhemd wit
overhemd blauw
overhemd blauw korte mouw
trui blauw
slip-over blauw
stropdas zwart met clip
halsdoek blauw
halsdoek wit
sokken zwart
schoenen zwart

Basisuniform dames

hoed/pet (facultatief)
bontmuts
handschoenen gevoerd
handschoenen wit katoen
tuniek
regenjas
blouson polyester-katoen
blouson leder
blouson winter
pantalon standaard
pantalon zomer
broekrok standaard
broekrok zomer
rok standaard
rok zomer
panty's
blouse wit
blouse blauw
blouse blauw korte mouw
trui blauw
slip-over blauw
stropdas zwart met clip
shawltje
halsdoek blauw
halsdoek wit
sokken zwart
schoenen zwart

Heren- en damesuniform motorrijders

motorhelm
motorhandschoenen winter
motorhandschoenen zomer
blouson wit
motorjack wit leder gevoerd
motorjack neoprene met winter- of zomervoering
motorbroek zwart leder
motorbroek stretch
motorbroek blauw-grijs
motorbroek neoprene met winter- of zomervoering
motoroverall neoprene met of zonder voering
poloshirt donkerblauw
sweatshirt donkerblauw
col voor sweatshirt
halsdoek blauw extra lang
motorlaarzen zwart leder vachtgevoerd

Heren- en damesuniform verkeerssurveillanten

blouson wit
parka wit/oranje
overbroek blauw

Heren- en damesuniform mobiele eenheid

helm ME
capuchon ME
jas ME
regenpak donkerblauw ME met capuchon
broek ME
T-shirt ME
brandwerende onderkleding
bovenlichaambeschermer
onderlichaambeschermer
scheenbeen- en kniebeschermers
laarzen ME

Heren- en damesuniform beredenen

pet heren beredenen
hoed dames beredenen
tuniek beredenen
regencape beredenen
handschoenen gevoerd beredenen
rijbroek
laarzen zwart leder beredenen

Heren- en damesuniform stranddetachement/waterrecreatie

pet heren wit
hoed dames wit
poloshirt wit korte mouw
korte broek donkerblauw
sokken wit
sportschoenen wit
regenjack

Bijlage

2 Uitmonstering

Het Korpsbrevet

1

Het korpsbrevet bestaat uit de afbeelding, zoals deze is opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl dat ter inzage ligt bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2

Het korpsbrevet wordt gedragen op de tuniek en de blouson en wel op de rechterborst ter hoogte van de oksel. Indien de tuniek dan wel de blouson is voorzien van borstzakken wordt het korpsbrevet midden boven de rechter borstzak gedragen. Op de overige kleding wordt geen korpsbrevet gedragen.

3

Het bevoegd gezag reikt het korpsbrevet uit zo spoedig mogelijk nadat de ambtenaar tot een der rangen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, is benoemd of is bevorderd en de eden, bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene rechtspositie politie, heeft afgelegd.

Het politie-logo en het politie-beeldmerk

1

Het politie-logo bestaat uit de afbeelding, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

2

Het politie-beeldmerk uit het politielogo bestaat uit de afbeelding, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

3

Het politie-logo en het -beeldmerk worden op de uniformkleding gedragen overeenkomstig de in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl neergelegde aanwijzingen.

De onderscheidingstekens

1

a.
hoofdcommissaris:

Op de schouderbedekkingen:

Een horizontale lauwertak, twee gekruiste zwaarden en een rijkskroon, in goud uitgevoerd.

Op de petklep:

Een gouden borduursel van eikebladeren, breed 13 mm, bezet met 6 eikels, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel. Dit borduursel is eveneens aangebracht langs de bovenrand, waar de klep aan de opstaande rand van de pet is bevestigd.
b.
commissaris:

Op de schouderbedekkingen:

Een horizontale lauwertak met rijkskroon, in goud uitgevoerd.

Op de petklep:

Een gouden borduursel van eikebladeren, breed 13 mm, bezet met 6 eikels, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel.
c.
hoofdinspecteur:

Op de schouderbedekkingen:

Een galon met rijkskroon, in goud uitgevoerd.

Op de petklep:

Een gouden borduursel van eikebladeren, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel.
d.
inspecteur:

Op de schouderbedekkingen:

Een rijkskroon, in goud uitgevoerd.

Op de petklep:

Een gouden galon, breed 10 mm, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel.
e.
brigadier:

Op de schouderbedekkingen:

Twee gebogen lauwertakken, waarin een kleine rijkskroon met zwaard is geplaatst, in goud uitgevoerd.
f.
hoofdagent:

Op de schouderbedekkingen:

Vier goudkleurige galons.
g.
agent:

Op de schouderbedekkingen:

Drie goudkleurige galons.
h.
surveillant van politie:

Op de schouderbedekkingen:

Twee goudkleurige galons.
i.
adspirant:

Op de schouderbedekkingen:

Eén goudkleurige galon.

2

De onderscheidingstekens voldoen aan de modellen en technische voorschriften, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

Het vangsnoer

Het vangsnoer (voor de heren) en het armsnoer (voor de dames), zoals afgebeeld in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl, wordt op aanwijzing van de korpsbeheerder in combinatie met het witte overhemd en de tuniek gedragen aan de linker schouder, c.q. de linker arm bij officiële of feestelijke gelegenheden.

Dienstonderscheidingstekens

1

Varend politiepersoneel

De uitmonstering van varend personeel is gelijk aan de onder A tot en met D beschreven uitmonstering.

Door degenen die deel uitmaken van een onderdeel dat meer specifiek is belast met de uitoefening van de politietaak te water wordt daarnaast het volgende dienstonderscheidingsteken gedragen: een goudkleurig onklaar anker, zoals afgebeeld in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

2

Vliegend politiepersoneel

De uitmonstering van het vliegend personeel is gelijk aan de onder A tot en met D beschreven uitmonstering.

Door degenen die deel uitmaken van een onderdeel dat meer specifiek is belast met de uitoefening van de politietaak door middel van de luchtvaart en die bevoegd zijn tot het besturen van politie-luchtvaartuigen wordt daarnaast het volgende dienstonderscheidingsteken gedragen: een goudkleurige metalen wing met in het midden het beeldmerk uit het politielogo, zoals afgebeeld in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

3

De dienstonderscheidingstekens worden gedragen op de tuniek en de blouson, en wel op de linkerborst ter hoogte van de oksel. Indien de tuniek dan wel de blouson is voorzien van borstzakken wordt het dienstonderscheidingsteken boven de linker borstzak gedragen.

4

De dienstonderscheidingstekens voldoen aan de modellen en technische voorschriften, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

Bijlage

3

Ligt ter inzage op het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken, nr. EA94/U907, houdende regels voor de kleding van de politie

Kledingregeling voor de politie

1

2

3

1

2

1

2

3

1

2

3

1

2

1

2

3

4