Besluit van 11 april 1994, tot vaststelling van de vergoeding die verschuldigd is bij inschakeling van de huurcommissie bij overeenkomsten van huur en verhuur waarvan de huurprijs is geliberaliseerd

Besluit verschuldigde vergoeding huurcommissie bij geliberaliseerde huurovereenkomsten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 24 januari 1994, nr. MJZ24194006, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gezien het advies van de Raad voor de Volkshuisvesting (advies van 25 november 1993, kenmerk 218/U/01);
De Raad van State gehoord (advies van 3 maart 1994, no. W08.94.0047);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 31 maart 1994, nr. MJZ31394009, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Bevat wijzigingen in deze regelgeving.

Artikel

3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte in verband met de decentralisatie van de subsidiëring van de volkshuisvesting en de liberalisatie van huurprijzen van duurdere woningen (Stb. 1994, 132) in werking treedt.

Artikel

4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verschuldigde vergoeding huurcommissie bij geliberaliseerde huurovereenkomsten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. Heerma
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin