Schinveld ATZ

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
ATZ Schinveld:

de aerodrome traffic zone Schinveld, het bijzonder luchtverkeersgebied, aangewezen rondom het zweefvliegterrein Schinveld;

b.
zweefvliegactiviteiten:

alle vluchten met zweefvliegtuigen en sleepvliegtuigen ten behoeve van het doen opstijgen van zweefvliegtuigen.

Artikel

2

Het deel van het plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied Maastricht, gelegen in het vluchtinformatiegebied Amsterdam, zoals aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage A, wordt aangewezen als bijzonder luchtverkeersgebied ten behoeve van het uitvoeren van zweefvliegactiviteiten vanaf het zweefvliegterrein Schinveld.

Artikel

3

De Schinveld ATZ dient door andere luchtvaartuigen te worden vermeden gedurende de periode waarin zweefvliegactiviteiten plaatsvinden op het zweefvliegterrein Schinveld.

Artikel

4

In de Schinveld ATZ mogen VFR-vluchten worden uitgevoerd met:

  • a.

    zweefvliegtuigen bij een vliegzicht gelijk aan of groter dan 3 km;

  • b.

    motorzweefvliegtuigen en sleepvliegtuigen bij een vliegzicht gelijk aan of groter dan 5 km;

    waarbij vrij van wolken en met zicht op grond of water moet worden gevlogen.

Artikel

5

Artikel

6

Het besluit van 2 oktober 1992/nr. LVB

200141/Rijksluchtvaartdienst/Stcrt. 1992, 219 wordt ingetrokken.

Artikel

7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1994.

Artikel

8

Dit besluit kan worden aangehaald als: Schinveld ATZ.

Artikel

9

Afschrift van dit besluit zal worden geplaatst in de Staatscourant.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
namens de Minister,
Het Hoofd Juridische en Bestuurlijke Zaken van de Rijksluchtvaartdienst, J. S. vanDam

Bijlage

A