Wet van 27 april 1994, houdende invoering en wijziging van de wet tot wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen, van de Gemeentewet en van een aantal andere wetten met het oog op de wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen

Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de wijziging van de materiële belastingbepalingen in de Gemeentewet wenselijk is de bepalingen van die wet te wijzigen, een aantal wetten met de Gemeentewet in overeenstemming te brengen, en het tijdstip waarop deze wijzigingen in werking treden, vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

V

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VIII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IX

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

X

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XIII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XIV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XV

Overgangsrecht

Artikel

XVI

Artikel

XVII

Artikel

XVIII

Artikel

XIX

Artikel

XX

Voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad worden de in deze wet voorkomende verwijzingen naar de Gemeentewet in andere wetten door Onze Minister van Binnenlandse Zaken in overeenstemming gebracht met de ingevolge artikel XXI vastgestelde nieuwe nummering van de artikelen van de paragrafen 1 tot en met 3 van hoofdstuk XV van de Gemeentewet.

Artikel

XXI

Voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet wordt de tekst van de Gemeentewet in het Staatsblad geplaatst. Voor die plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister van Binnenlandse Zaken de nummering van de artikelen van de paragrafen 1 tot en met 3 van hoofdstuk XV van de Gemeentewet opnieuw vast en brengt hij de in die wet voorkomende aanhalingen van die artikelen met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Artikel

XXII

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 juni 1990 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen (kamerstukken II, 1989/90, 21 591) tot wet wordt verheven, treedt die wet in werking op hetzelfde tijdstip als waarop deze wet in werking treedt.

Artikel

XXIII

Artikel

XXIV

Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, D. IJ. W. de Graaff-Nauta
De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort
De Minister van Justitie, A. Kosto