Uitvoering van de artikelen 2, vierde lid, en 3 van de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk

Uitvoeringsregeling administratieve voorschriften S&O-vermindering

De minister van Economische Zaken,
Gelet op de artikelen 2, vierde lid, en 3 van de Wet bevordering speuren ontwikkelingswerk;

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

De S&O-inhoudingsplichtige of S&O-belastingplichtige aan wie een S&O-verklaring is afgegeven dient een zodanige administratie bij te houden dat daaruit uiterlijk twee maanden na afloop van het kalenderkwartaal waarin werkzaamheden zijn verricht waarop de verklaring betrekking heeft op eenvoudige en duidelijke wijze zijn af te leiden:

  • a.

    de aard en de inhoud van het verrichte speur- en ontwikkelingswerk;

  • b.

    het aantal uren dat de betrokken werknemers, dan wel de betrokken S&O-belastingplichtige aan het verrichte speur- en ontwikkelingswerk per project hebben besteed.

Artikel

3

Met betrekking tot werkzaamheden die zijn verricht voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk dient de S&O-inhoudingsplichtige of S&O-belastingplichtige aan de hand van een administratie aannemelijk te kunnen maken dat en gedurende hoeveel uren door de daarbij betrokkenen per project speur- en ontwikkelingswerk is verricht.

Artikel

4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk in werking treedt.

Artikel

5

Deze regeling wordt aangehaald als:

Uitvoeringsregeling administratieve voorschriften S&O-vermindering

's-Gravenhage
De minister van Economische Zaken, J.E.Andriessen