Wet van 16 mei 1994, tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers ter zake van de uitkering wegens invaliditeit alsmede regeling van de zogenoemde stimuleringsuitkering

Wijzigingswet Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (uitkering wegens invaliditeit)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers met betrekking tot de uitkering wegens invaliditeit te wijzigen overeenkomstig de wijziging van de regelingen ter zake van arbeidsongeschiktheid die gelden voor werknemers en ambtenaren, in die bepalingen nog enige andere wijzigingen aan te brengen en tevens voor politieke ambtsdragers met recht op uitkering wegens invaliditeit een regeling te treffen van een stimuleringsuitkering, overeenkomstig de desbetreffende regeling voor arbeidsongeschikte werknemers en ambtenaren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

Artikel

III

Artikel

IV

Artikel

V

Artikel

VI

Artikel

VII

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, E. van Thijn
De Minister van Justitie, A. Kosto