Wet van 20 mei 1994, houdende verlaging van de verschuldigde pensioenbijdrage als bedoeld in de Spoorwegpensioenwet geldend tot aan het tijdstip van privatisering

Wet verlaging van verschuldigde pensioenbijdrage Spoorwegpensioenwet geldend tot privatisering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat tot het tijdstip van privatisering van het Spoorwegpensioenfonds de in de Spoorwegpensioenwet genoemde pensioenbijdrage verminderd wordt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel II van de wet, houdende maatregelen in verband met de financiële positie van het Spoorwegpensioenfonds vervalt met ingang van 1 januari 1991.

Artikel

4

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1991.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, J. R. H. Maij-Weggen
De Minister van Financiën, W. Kok
De Minister van Justitie, A. Kosto