Besluit van 2 juni 1994, houdende regelen inzake het toezicht op verzekeraars ter uitvoering van de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

Besluit uitvoering overeenkomst betreffende de EER inzake verzekeringstoezicht 1994

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 21 februari 1994, no. BGW94-221, Generale Thesaurie, Directie Binnenlands Geldwezen, Afdeling Verzekeringswezen;
Gezien de adviezen van de Verzekeringskamer en van het Verbond van Verzekeraars;
De Raad van State gehoord (advies van 28 april 1994, no. W06.94.0099);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 24 mei 1994, no. BGW94-551;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

Voor de toepassing van de wet en de daarop berustende bepalingen worden - voor zover daaruit niet anders blijkt - als lid-staat aangemerkt:

  • a.

    de Republiek IJsland;

  • b.

    het Vorstendom Liechtenstein; en

  • c.

    het Koninkrijk Noorwegen;

Artikel

3

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1994, met uitzondering van artikel 2, onderdeel b, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen datum.

Artikel

4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering overeenkomst betreffende de EER inzake verzekeringstoezicht 1994.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën, W. Kok
De Minister van Justitie, A. Kosto