Besluit van 7 juni 1994, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ter ondersteuning van de zeescheepsnieuwbouw in 1994

Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw 1994

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 8 april 1994, nr. WJA/JZ 94024689;
Gelet op artikel 2 van de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ en Richtlijn nr. 90/684/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1990 betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw ( PbEG L 380), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 93/115/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1993 (PbEG L 326);
De Raad van State gehoord (advies van 24 mei 1994, nr. W10.94.0211);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde minister van 27 mei 1994, nr. WJA/JZ 94040625;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Onze Minister stelt ieder begrotingsjaar bij ministeriële regeling een subsidieplafond vast voor het in dat jaar verlenen van subsidies krachtens dit besluit.

Paragraaf

2

Budgetten

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Onze Minister geeft op de aanvragen om vaststelling van een budget een beschikking binnen 4 weken na de ingevolge artikel 6, eerste lid, vastgestelde datum.

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Paragraaf

3

Subsidiebedrag

Artikel

11

De subsidie bedraagt een bedrag in euro’s ter grootte van een door Onze Minister bij ministeriële regeling vast te stellen percentage van een door de aanvrager te bepalen gedeelte van de eindprijs. Dit percentage kan verschillen voor opdrachten met een verschillende eindprijs, voor zeeschepen met een verschillend bruto-tonnage en voor verschillende, in artikel 2, eerste lid, onderscheiden categorieën zeeschepen.

Paragraaf

4

Aanvraag om subsidie en beslissing op de aanvraag

Artikel

12

Een aanvraag om subsidie wordt ingediend vóór een door Onze Minister bij ministeriële regeling vastgestelde datum in het begrotingsjaar waarvoor Onze Minister laatstelijk op grond van artikel 4 een subsidieplafond heeft vastgesteld.

Artikel

13

Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat door Onze Minister wordt vastgesteld. Onze Minister kan bij ministeriële regeling hiervan vrijstelling verlenen.

Artikel

14

Onze Minister geeft op een aanvraag om subsidie een beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de beschikking niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt Onze Minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarop de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel

15

Onze Minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag:

  • a.

    indien ten tijde van het geven van de beschikking ten behoeve van of mede ten behoeve van de aanvrager geen budget is vastgesteld als bedoeld in artikel 5;

  • b.

    voor zover zodanig budget is uitgeput door eerdere subsidietoezeggingen;

  • c.

    voor zover ten aanzien van de opdracht reeds uit hoofde van dit besluit of de Subsidieregeling zeescheepsnieuwbouw 1991 subsidie is toegezegd.

Paragraaf

5

Subsidieverlening en verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Op de subsidie-ontvanger rusten de in de artikelen 18, 19 en 20 opgenomen verplichtingen.

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Paragraaf

6

Voorschotten

Artikel

21

Artikel

22

Een aanvraag wordt ingediend met gebruik van het origineel van een ondertekend formulier, waarvan het model door Onze Minister wordt vastgesteld. Onze Minister kan bij ministeriële regeling hiervan vrijstelling verlenen.

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Onze Minister kan in ieder geval afwijzend beschikken op een aanvraag, indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.

Paragraaf

7

Subsidievaststelling

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Onze Minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken. Indien de beschikking niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt Onze Minister de subsidie-ontvanger daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarop de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel

27

Vervallen

Paragraaf

8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

28

De Subsidieregeling zeescheepsnieuwbouw 1991 wordt ingetrokken met uitzondering van de bij die regeling behorende bijlage 1 en met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel

29

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

30

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit subsidies zeescheepsnieuwbouw 1994.

Lasten en bevelen, dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, J. E. Andriessen
De Minister van Justitie, A. Kosto