Besluit van 13 juni 1994, houdende uitvoering van de artikelen 67, tweede lid, 72, vijfde lid, 95, tweede lid, en 100, vijfde lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993
Besluit staten verzekeringsbedrijf 1994
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 22 februari 1994, no. BGW 94-252, Generale Thesaurie, Directie Binnenlands Geldwezen, Afdeling Verzekeringswezen;
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan met betrekking tot het invullen van de staten aanwijzingen geven en deze aanwijzingen wijzigen of aanvullen.
3
De modellen van de staten en van de omslagen worden, evenals de aanwijzingen van de Pensioen- & Verzekeringskamer, vanwege de Pensioen- & Verzekeringskamer tegen door haar vast te stellen prijzen beschikbaar gesteld.
4
Als staten en omslagen kunnen ook andere formulieren worden gebruikt, mits deze naar indeling en inhoud geen - en wat betreft hun formaat geen wezenlijke - afwijking vertonen van de vastgestelde modellen, met dien verstande dat de tekst op de voorzijde van deze modellen niet behoeft te worden overgenomen indien de voorgeschreven aanduiding van de verzekeraar wordt opgenomen in het hoofd van de staat en de voorgeschreven ondertekening en waarmerking plaatsvinden aan het einde van de staat.
5
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan toestaan dat als staten en omslagen ook andere informatiedragers worden gebruikt, mits deze naar indeling en inhoud geen afwijking vertonen van de vastgestelde modellen. Zij kan daarbij, in afwijking van artikel 2, eerste en tweede lid, nadere regels stellen ter zake van de wijze van indiening, ondertekening en waarmerking.
De door een verzekeraar met zetel in Nederland in te dienen staten worden ondertekend door het bestuur. Bestaat het bestuur uit meer dan twee personen, dan zijn de handtekeningen van twee bestuursleden voldoende. De door een verzekeraar met zetel buiten de Unie in te dienen staten worden ondertekend door de vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel s, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993.
3
Staten die niet van toepassing zijn voor de verzekeraar behoeven niet te worden ingediend. Bij verschil van mening hierover beslist de Pensioen- & Verzekeringskamer.
4
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan aan een verzekeraar ontheffing verlenen van de invulling en indiening van op hem van toepassing zijnde staten of van de invulling en indiening van bepaalde gedeelten daarvan. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden en zij kan worden ingetrokken.
Artikel
3
Bijvoeging van posten of rubrieken in de staten is niet geoorloofd, tenzij dit in de modellen is voorzien.
Artikel
4
De staten van een verzekeraar met zetel buiten de Unie mogen uitsluitend de gegevens bevatten die betrekking hebben op het verzekeringsbedrijf uitgeoefend vanuit de bijkantoren in Nederland.
De Pensioen- & Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in bijlage B is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.
Artikel
6
De ingevolge dit besluit in te dienen staten worden voor de eerste maal ingediend over het in 1995 geëindigde boekjaar.
Artikel
7
1
Ten aanzien van de staten over het in 1994 geëindigde boekjaar, blijft het bepaalde bij en krachtens het Statenbesluit schade- en levensverzekeringsbedrijf van toepassing.
2
Een verzekeraar met zetel in een andere lid-staat dan Nederland dient de staten over het in 1994 geëindigde boekjaar die betrekking hebben op de bijkantoren in Nederland, vóór 1 juli 1995 bij de Pensioen- & Verzekeringskamer in. De Pensioen- & Verzekeringskamer zendt deze staten onverwijld aan de toezichthoudende autoriteit van de lid-staat waar de verzekeraar zijn zetel heeft.
Artikel
8
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1994.
Artikel
9
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit staten verzekeringsbedrijf 1994.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën,W. Kok
De Minister van Justitie,A. Kosto
Bijlage
A
In deze bijlage zijn de navolgende modellen voor het verzekeringsbedrijf opgenomen.
Omslag
Staat 100 Balans
Staat 101 Geconsolideerde balans
Staat 110 Toelichting balans
Staat 111 Toelichting geconsolideerde balans
Staat 121 Terreinen en gebouwen
Staat 122 Beleggingen in niet-geconsolideerde groepsmaatschappijen en deelnemingen
Staat 123 Aandelen, deelnemingsbewijzen en andere niet-vastrentende waardepapieren
Staat 124 Obligaties en andere vastrentende waardepapieren
Staat 125 Hypothecaire leningen
Staat 126 Andere leningen
Staat 129 Andere financiële beleggingen
Staat 130 Overzicht van herwaarderingen en van waardeverminderingen en terugnemingen daarvan inzake beleggingen
Staat 141 Afwikkeling voorziening schaden direct bedrijf
Staat 142 Afwikkeling voorziening schaden indirect bedrijf
Staat 143 Afwikkeling voorziening schaden herverzekering direct bedrijf
Staat 144 Afwikkeling voorziening schaden herverzekering indirect bedrijf
Staat 145 Afwikkeling voorziening schaden met betrekking tot fondsen
Staat 146 Afwikkeling voorziening schaden herverzekering met betrekking tot fondsen
Staat 150 Niet-opgevraagd obligo
Staat 160 Ontvangen zekerheden
Staat 170 Gestelde zekerheden
Staat 200 Winst- en verliesrekening
Staat 200.1 Winst- en verliesrekening
Staat 201 Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Staat 201.1 Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Staat 210 Toelichting winst- en verliesrekening
Staat 211 Toelichting geconsolideerde winst- en verliesrekening
Staat 212 Overige gegevens
Staat 220 Bestandsgegevens levensverzekering
Staat 221 Verslag resultatendeling levensverzekering
Staat 222 Resultaat op grondslagen en resultatendeling levensverzekering
Staat 223 Verantwoording spaarkassen
Staat 231 Resultaat branchegroep ongevallen en ziekte
Staat 231.1 Resultaat branchegroep ongevallen en ziekte
Staat 232 Resultaat branchegroep motorrijtuigverzekering
Staat 232.1 Resultaat branchegroep motorrijtuigverzekering
Staat 233 Resultaat branchegroep zee-, transport- en luchtvaartverze
Staat 233.1 Resultaat branchegroep zee-, transport- en luchtvaartverze
Staat 234 Resultaat branchegroep brand en andere schaden aan goederen
Staat 234.1 Resultaat branchegroep brand en andere schaden aan goederen
Staat 239 Resultaat branchegroep overige branches
Staat 239.1 Resultaat branchegroep overige branches
Staat 300 Vereiste solvabiliteitsmarge
Staat 301 Aanwezige solvabiliteitsmarge
Staat 310 Dekking technische voorzieningen en valuta-positie
Staat 320 Technische gegevens risicodekking en herverzekering
Staat 330 Beleggingen staande tegenover de technische voorzieningen
Staat 400 Actuarieel verslag
Staat 401 Toelichting technische voorziening schadeverzekering (voor zover niet vallend onder de verklaring van de actuaris)
Staat 410 Technische voorzieningen schadeverzekering
Staat 420 Technische voorzieningen levensverzekering
Staat 500 Ontwikkeling portefeuille levensverzekering
Staat 510 Ontwikkeling portefeuille spaarkassen
Staat 520 Sterftevergelijking levensverzekering
Staat 600 Schadepercentages schadeverzekering
In onderstaande plaatjes van deze bijlage wordt bij Stb. 2000/270 “31 december 19..” telkens vervangen door “31 december 20..”.
Door Stb. 2001/415 wordt 51 x gulden door euro vervangen in Staat 100/600.
Door Stb. 2001/415 wordt in koptekst 25 duizend gulden vervangen door € 15 000 in Staat 150.
Door Stb. 2001/415 wordt in tabel 2 het eerste bedrag 10 duizend gulden vervangen door € 5 000 in Staat 150.
Door Stb. 2001/415 wordt in tabel 2 het tweede bedrag 10 tot 25 duizend gulden vervangen door € 5 000 tot 15 000 in Staat 150.
Door Stb. 2001/415 wordt in Tabel 2 het derde bedrag 25 duizend gulden vervangen door € 15 000 in Staat 150.
Door Stb. 2001/415 wordt in kolom 1 ecu vervangen door euro in Staat 300 A.
Door Stb. 2001/415 wordt in kolom 2 ecu vervangen door euro in Staat 300 A.
Door Stb. 2001/415 wordt in kolom 2 ecu vervangen door euro in Staat 300 B.
Door Stb. 2001/415 wordt in kolom 2 2x Guldens vervangen door Euro’s in Staat 310.
Door Stb. 2001/415 vervalt telkens “omgerekend in guldens tegen de voorgeschreven koers” in Staat 300A, kolom 1 en 2 en in Staat 300B, kolom 2.
Door Stb. 2001/415 vervalt telkens “Duitse marken” in Staat 310, kolom 2.
1. Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 2, tweede lid, eerste en tweede volzin, en 3, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt € 5 4451In dit lid zijn bepalingen opgesomd die zich uitsluitend richten tot verzekeraars..
2. Het bedrag van de boete voor overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 2, tweede lid, derde volzin, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk XI B van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, bedraagt € 5 4452In dit lid is een bepaling vermeld die zich in beginsel tot een ieder (inclusief verzekeraars) richt..
Artikel 2
1. Indien een boete wordt opgelegd voor het overtreden van een voorschrift als bedoeld in artikel 1, eerste lid, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing met de daarbij behorende factor:
Categorie-indeling normgeadresseerden
Categorie I: schadeverzekeraars met een balanstotaal van minder dan € 4 538 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van minder dan € 13 613 000; factor 1;
Categorie II: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 4 538 000 maar minder dan € 22 689 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 13 613 000 maar minder dan € 68 067 000; factor 2;
Categorie III: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 22 689 000 maar minder dan € 113 445 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 68 067 000 maar minder dan € 340 335 000; factor 3;
Categorie IV: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 113 445 000 maar minder dan € 453 780 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 340 335 000 maar minder dan € 1 361 340 000; factor 4;
Categorie V: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 453 780 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 1 361 340 000; factor 6.
2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, eerste lid, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.
3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Pensioen- & Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.