Verordening op de fraudemelding

Verordening op de fraudemelding

Het bestuur van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieveconsulenten,

maakt bekend dat de hieronder vermelde verordening is vastgesteld in de Ledenvergadering van 20 juni 1994.

Artikel

1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • accountant: de Accountant-Administratieconsulent die optreedt als openbaar accountant in de zin van artikel 2, lid 2 GBAA;

  • fraude: het opzettelijk door een of meer personen vervalsen, weglaten, toevoegen of verwijderen van gegevens teneinde waarden aan een huishouding op onrechtmatige wijze te onttrekken of te doen toevloeien;

  • directiefraude: fraude, gepleegd door of op last van de hoogste leiding (bij meerhoofdige leiding door of op last van een of meer leden van de leiding) van een huishouding;

  • toezichthoudend orgaan: het orgaan van de huishouding, dat belast is met het toezicht op de hoogste leiding van die huishouding;

  • materieel belang: (de mogelijke afwijking van) een post of een som van posten die van niet te verwaarlozen betekenis is voor het inzicht in de financiële verantwoording;

  • financiële verantwoording: de jaarrekening of de bescheiden die bij andere huishoudingen daarvoor in de plaats treden;

  • wettelijk verplichte controle: het deskundigenonderzoek ingevolge boek 2 van het burgerlijk Wetboek, Titel 9, dan wel ingevolge enig ander wettelijk voorschrift;

  • centraal meldpunt: de Forensische Accountantsgroep van het Korps landelijke politiediensten te Driebergen.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Indien een andere accountant een opdracht aanvaardt die door zijn voorganger na beëindiging van diens opdracht door hem overeenkomstig artikel 3 is gemeld, geeft hij daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan het centraal meldpunt.

Artikel

6

De accountant is met betrekking tot de melding als bedoeld in artikel 3 aan het centraal meldpunt ontheven van zijn plicht tot geheimhouding zoals is geregeld in artikel 10 GBAA.

Artikel

7