Mede namens de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij,
Gelet op artikel 96e, tweede lid, van de Wet op het basisonderwijs, artikel 93f, tweede lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, de artikelen 85a, 91a en 95d.1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, de artikelen 3.40a en 3.62a, eerste lid, van de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs en artikel II onderdelen R en S van de Wet van 23 mei 1990 (Stb. 266);
Besluit:
Artikel
1
Scholen voor primair onderwijs
Het bedrag voor nascholing van het personeel van de scholen voor basisonderwijs, voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs, en voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs wordt voor het schooljaar 1994/1995 vastgesteld op f 420,- per formatieplaats.
Artikel
2
Scholen voor v.w.o., a.v.o. en v.b.o.
1
Het bedrag voor nascholing van het personeel van de scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs en voor voorbereidend beroepsonderwijs wordt voor het schooljaar 1994/1995 vastgesteld op f 630,- per formatieplaats.
Scholen en opleidingen voor beroepsbegeleidend onderwijs
Het bedrag voor nascholing van het personeel voor de scholen voor beroepsbegeleidend onderwijs en van het personeel voor opleidingen b.b.o. verbonden aan scholen voor middelbaar beroepsonderwijs wordt voor het kalenderjaar 1994 vastgesteld op f 15,- per deeltijdequivalent.
Artikel
4
Bekendmaking
Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Artikel
5
Inwerkingtreding
1
Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel 3, in werking met ingang van 1 augustus 1994.
2
Artikel 3 treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg OenW-Regelingen, waarin deze regeling is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 1994.
Artikel
6
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling bedragen nascholing 1994–1995.
De minister van onderwijs en wetenschappen, dr. ir. J.M.M.Ritzen