Regeling belegging technische voorzieningen verzekeringsbedrijf 1994

De Minister van Financiën;

Besluit:

Inleidende bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt – voor zover niet anders blijkt – verstaan onder:

a.
technische voorzieningen:

de technische voorzieningen, bedoeld in artikel 66, eerste lid, en artikel 94, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 zonder aftrek uit hoofde van herverzekering en met uitzondering van die technische voorzieningen waarbij de tot uitkering gerechtigde het beleggingsrisico draagt en van de spaarkasbeleggingen;

b.
gereglementeerde markt:

de markt, bedoeld in artikel 1, onder 13, van richtlijn nr. 93/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (PbEG L 141);

c.
vorderingen:

de vorderingen op een derde na verrekening van de opeisbare schulden van de verzekeraar aan die derde.

Toegestane categorieën van activa, maxima en voorwaarden

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Onverminderd het bepaalde in artikel 3 stelt de Pensioen- & Verzekeringskamer nadere regels vast omtrent het gebruik van de waarden die dienen tot dekking van de technische voorzieningen en de daarbij in acht te nemen voorwaarden, ten aanzien van:

  • a.

    leningen waarvoor niet door middel van een bankgarantie, een garantie toegekend door een verzekeraar, een recht van hypotheek of een andere wijze zekerheid is gegeven;

  • b.

    deelnemingen in een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht belegginginstellingen, voor zover op deze instelling richtlijn nr. 85/611/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PbEG L 375) niet van toepassing is;

  • c.

    effecten die niet worden verhandeld op een gereglementeerde markt;

  • d.

    obligaties en andere geld- en kapitaalmarktinstrumenten uitgegeven door een emittent niet zijnde een centrale, regionale of lokale overheid of een ander openbaar lichaam, een internationale organisatie waarvan een of meer lid-staten deel uitmaken of een onderneming die behoort tot zone A als bedoeld in artikel 1, punt 14, van Richtlijn nr. 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (PbEG L 126).

Overige bepalingen

Artikel

7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 1994.

Artikel

8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling belegging technische voorzieningen verzekeringsbedrijf 1994.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.Kok