Wet van 30 juni 1994, tot wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (wettelijk recht op waarde-overdracht en enige andere maatregelen op het aanvullende pensioenterrein)

Wijzigingswet Pensioen- en spaarfondsenwet, enz. (wettelijk recht op waarde-overdracht en enige andere maatregelen op het aanvullende pensioenterrein)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wettelijk recht op waarde-overdracht in het leven te roepen, alsmede enige andere maatregelen te treffen op het aanvullende pensioenterrein.

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

V

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

VIII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IX

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Overgangsbepalingen

Artikel

X

Artikel

XI

De intrekking van artikel 72 van de Algemene Ouderdomswet heeft geen betrekking op aanspraken op pensioen die zijn opgebouwd voor de inwerkingtreding van deze wet en kan uitsluitend na een wijziging van de pensioenregeling in verband met bedoelde intrekking gevolgen hebben voor nog op te bouwen aanspraken op pensioen.

Artikel

XII

De intrekking van artikel 21a van de Algemene Weduwen- en Wezenwet heeft geen betrekking op aanspraken op pensioen die zijn opgebouwd voor de inwerkingtreding van deze wet en kan uitsluitend na een wijziging van de pensioenregeling in verband met bedoelde intrekking gevolgen hebben voor nog op te bouwen aanspraken op pensioen.

Artikel

XIII

Artikel

XIV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XVI

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XVII

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XVIII

Artikel

XIX

De artikelen N 13 tot en met N 22 van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing ten aanzien van:

  • a.

    een verzoek van de gewezen ambtenaar dat betrekking heeft op een ontslag op grond waarvan een uitzicht op pensioen is verkregen voor zover dat ontslag is gelegen voor de inwerkingtreding van deze wet;

  • b.

    een verzoek van de ambtenaar dat betrekking heeft op de door een pensioeninstantie beschikbaar gestelde waarde van de bij die pensioeninstantie opgebouwde pensioenaanspraken voor zover die opbouw is beëindigd voor de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel

XX

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

XXI

De artikelen R 6 tot en met R 16 van de Algemene militaire pensioenwet en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing ten aanzien van:

  • a.

    een verzoek van de gewezen beroepsmilitair dat betrekking heeft op een ontslag op grond waarvan een uitzicht op pensioen is verkregen voor zover dat ontslag is gelegen voor de inwerkingtreding van deze wet.

  • b.

    een verzoek van de beroepsmilitair dat betrekking heeft op de door een pensioeninstantie beschikbaar gestelde waarde van de bij die pensioeninstantie opgebouwde pensioenaanspraken voor zover die opbouw is beëindigd voor de inwerkingtreding van deze wet.

Inwerkingtredingsbepaling

Artikel

XXII

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Wallage
De Minister van Justitie, A. Kosto