Besluit van 7 juli 1994, houdende regelen ter zake van het houden en huisvesten van kalveren

Kalverenbesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 8 december 1993, No. J. 9319377, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 91/629/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (PbEG 1991, L 340) en gelet op artikel 35, 38, 45 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Gezien de adviezen van de Raad voor dierenaangelegenheden, het Landbouwschap, de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, het Produktschap voor Vee en Vlees, het Produktschap voor Veevoeder en het Overlegplatform vleeskalverensector;
De Raad van State gehoord (advies van 24 mei 1994, No. W11.93.0828);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 30 juni 1994, No. J. 949687, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    kalf: rund behorend tot de soort Bos primigenius taurus, van ten hoogste zes maanden met uitzondering van zodanige dieren in een dierproef als bedoeld in de Wet op de dierproeven;

  • b.

    vleeskalf: kalf dat kennelijk wordt opgefokt tot een rund bestemd om met het oog op de vleesproduktie te worden geslacht op een leeftijd van ten hoogste acht maanden;

  • c.

    vleesstierkalf: kalf van het mannelijk geslacht dat wordt opgefokt tot een rund kennelijk bestemd om met het oog op de vleesproduktie te worden geslacht op een leeftijd van ten minste acht maanden;

  • d.

    eenlingbox: ruimte met ten minste drie wanden bestemd voor het huisvesten van één kalf;

  • e.

    stal: ruimte bestemd voor het houden al dan niet in eenlingboxen, van één of meer kalveren;

  • f.

    richtlijn 91/629/EEG: richtlijn nr. 91/629/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (PbEG L 340);

  • g.

    bijlage: bijlage bij richtlijn 91/629/EEG;

  • h.

    derde land: land, niet zijnde een lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Onverminderd punt 7 van de bijlage is, indien de kalveren zijn gehuisvest in een stal met ligboxen, het aantal ligboxen ten minste gelijk aan het aantal kalveren.

Artikel

6

Onverminderd punt 12 van de bijlage beschikken kalveren in stallen voorzien van een systeem van voorraadvoedering over ten minste één eetplaats per drie kalveren en in stallen zonder een systeem van voorraadvoedering over ten minste 0,40 m voerhekbreedte per kalf.

Artikel

7

Met uitzondering van een eenlingbox die voor het isoleren van zieke dieren wordt gebruikt, zijn de wanden van een eenlingbox zodanig opengewerkt dat naast elkaar gehouden kalveren elkaar kunnen zien en aanraken.

Artikel

8

Artikel

9

Van passend dag- of kunstlicht als bedoeld in punt 5 van de bijlage is sprake indien de oppervlakte aan lichtdoorlatend materiaal in wand of dak van een stal bestemd voor vleeskalveren ten minste 2% bedraagt van de vloeroppervlakte van de stal en van een stal bestemd voor andere kalveren dan vleeskalveren ten minste 5% bedraagt van die oppervlakte, waarbij het materiaal zodanig is aangebracht dat het licht in de stal gelijkmatig is gespreid.

Artikel

10

De ruimte bestemd voor de afzondering van zieke of gewonde kalveren, bedoeld in punt 6, laatste zin, van de bijlage, biedt plaats aan ten minste 1% van het aantal gehouden kalveren en indien dit minder is dan één, aan ten minste één kalf.

Artikel

11

Onverminderd het overigens ten aanzien van de invoer bepaalde is de invoer vanuit een derde land van kalveren die via Nederland voor het eerst naar de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is, worden gebracht, slechts toegestaan indien de kalveren vergezeld gaan van een geldig, door de bevoegde autoriteit van dat derde land afgegegeven, volledig ingevuld en gedagtekend certificaat als bedoeld in artikel 8 van richtlijn 91/629/EEG.

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

13a

De artikelen 3, 4 en 7 zijn niet van toepassing op kalveren die nog door hun moeder worden gezoogd.

Artikel

15

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

16

Dit besluit kan worden aangehaald als: Kalverenbesluit.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. D. Gabor
De Minister van Justitie, A. Kosto