Besluit van 29 juli 1994, tot vaststelling van de werkwijze van de Commissie gelijke behandeling

Besluit werkwijze Commissie gelijke behandeling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2 juni 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht nr. 438577/94/6;
De Raad van State gehoord (advies van 18 juli 1994, No. W03.94.0322);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 20 juli 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 449747/94/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet gelijke behandeling;

  • b.

    Commissie: de Commissie gelijke behandeling, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de wet;

  • c.

    kamer: een met toepassing van artikel 11, tweede lid, van de wet uit het midden van de Commissie aangewezen lid of aantal leden dan wel plaatsvervangende leden, dat belast is met het instellen van onderzoeken en het uitbrengen van oordelen;

  • d.

    voorzitter: de voorzitter van de Commissie;

  • e.

    secretaris: de secretaris van de Commissie;

  • f.

    verzoekschrift: het schriftelijk verzoek, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de wet;

  • g.

    verzoeker: de indiener van een verzoekschrift, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de wet;

  • h.

    verweerder: degene die een onderscheid als bedoeld in de wet, de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen of artikel 1637ij van het Burgerlijk Wetboek zou hebben gemaakt;

  • i.

    betrokkene: de persoon, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de wet, die schriftelijk geen bedenkingen tegen zijn betrokkenheid in een onderzoek kenbaar heeft gemaakt.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De Commissie is bevoegd afwijkingen van de in hoofdstuk 2 bedoelde termijnen toe te staan, mits een redelijke termijn van afhandeling van het verzoek verzekerd blijft.

Hoofdstuk

2

Procedure voor het onderzoek en het oordeel

§

1

Het aanhangig maken van zaken

Artikel

5

Artikel

6

Indien niet is voldaan aan artikel 5, eerste of tweede lid, kan de Commissie besluiten geen onderzoek in te stellen, mits de indiener van het verzoekschrift de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

Artikel

7

Artikel

8

§

3

Het onderzoek

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

De Commissie kan partijen en anderen verzoeken binnen een door haar te bepalen termijn nadere schriftelijke inlichtingen te geven en onder hen berustende bescheiden in te zenden.

Artikel

12

De Commissie kan partijen en anderen oproepen om in persoon dan wel in persoon of bij gemachtigde te verschijnen om te worden gehoord voor het geven van inlichtingen. Indien niet alle partijen worden opgeroepen, worden de niet opgeroepen partijen in de gelegenheid gesteld het horen bij te wonen en een uiteenzetting over de zaak te geven.

Artikel

13

De Commissie kan een of meer deskundigen benoemen voor het instellen van een onderzoek en deze verzoeken binnen een door haar te bepalen termijn rapport uit te brengen.

Artikel

14

Artikel

15

Van het horen van personen als bedoeld in artikel 12 en van de bevindingen van het onderzoek ter plaatse als bedoeld in artikel 14 wordt een rapport opgemaakt.

Artikel

16

De Commissie doet afschriften van alle stukken, op grond waarvan zij beslist, voor de zitting aan partijen toekomen.

§

4

De zitting

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

De Commissie kan het onderzoek ter zitting schorsen. Zij kan daarbij bepalen dat het onderzoek als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 14 wordt hervat.

Artikel

24

§

5

De behandeling in de raadkamer

Artikel

25

De beraadslagingen van de Commissie over de zaak zijn niet openbaar.

Artikel

26

§

6

Het oordeel

Artikel

27

Artikel

28

Het oordeel van de Commissie, eventueel vergezeld van aanbevelingen, is openbaar. De Commissie kan ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer de namen van betrokkenen weglaten in het voor anderen dan partijen vrij te geven oordeel.

§

7

De versnelde behandeling

Artikel

29

Artikel

30

Blijkt aan de Commissie bij de behandeling dat de zaak niet voldoende spoedeisend is om een versnelde behandeling te rechtvaardigen of dat de zaak een gewone behandeling vordert, dan bepaalt zij dat de zaak op de gewone wijze wordt behandeld.

§

8

Vereenvoudigde behandeling

Artikel

31

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

34

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit werkwijze Commissie gelijke behandeling.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, A. Kosto
De Minister van Justitie, A. Kosto