Besluit van 29 juli 1994, houdende regels ten aanzien van de faciliteiten opvang asielzoekers

Faciliteitenbesluit opvangcentra

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 1 juni 1994, kenmerk DVMA/OA-U-948281, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Wetenschappen en Justitie;
De Raad van State gehoord (advies van 1 juli 1994, nr. W13.94.0357);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van 19 juli 1994, nr. DVMA/OA-U-9410863, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Wetenschappen en Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5a

Artikel

6

Hoofdstuk

II

Bekostigingsvoorschriften

Artikel

7

Hoofdstuk

III

Slot- en overgansbepalingen

Artikel

8

Indien toepassing van dit besluit met betrekking tot een bepaald onderdeel zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard kan het orgaan, onder goedkeurig van Onze Minister, op verzoek van de gemeente voor dat onderdeel een hogere uitkering verstrekken.

Artikel

9

Tot 1 oktober 1994 kan Onze Minister met een gemeente een overeenkomst sluiten inzake de vestiging van een opvangcentrum, op grond waarvan aan de betreffende gemeente uitkeringen worden verstrekt voor de kosten die de vestiging van een opvangcentrum met zich brengt.

Artikel

10

Artikel

11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 1994.

Artikel

12

Dit besluit wordt aangehaald als: Faciliteitenbesluit opvangcentra.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, J. M. M. Ritzen
De Minister van Justitie, A. Kosto