Vaststelling taken van de minister zonder portefeuille en de staatssecretaris

De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 46, tweede lid, van de Grondwet en artikel 3 van de wet van 25 januari 1951 (Stb. 24), houdende nadere voorzieningen in verband met de uitvoering van de ambten van minister zonder portefeuille en van staatssecretaris;

Besluit:

Artikel

1

De staatssecretaris van Economische Zaken, mevrouw A. van Dok-Van Weele, is binnen de competentie van de minister van Economische Zaken en binnen de grenzen van het door hem vastgestelde beleid in het bijzonder belast met taken inzake:

  • a.

    de handelspolitiek en de internationale economische betrekkingen in het algemeen, zowel in bilateraal verband als in internationale organisaties, zoals bij voorbeeld GATT, UNCTAD, OESO, Benelux en Europese Gemeenschappen;

  • b.

    het exportbeleid en de voorlichting ten behoeve van de uitvoer;

  • c.

    het kleinschalig ondernemerschap voor zover betreffende

    • het beleid gericht op het bevorderen van de ondernemingszin en

    • de coördinatie van het beleid, gericht op het terugdringen van administratieve lasten;

  • d.

    de industriële eigendom;

  • e.

    het werven van buitenlandse investeringen in Nederland;

  • f.

    de economische infrastructuur voor zover liggend op het gebied van

    • de regionale economische infrastructuur, onder meer de inzet van regionale stimuleringsmaatregelen zoals bij voorbeeld de regioprogramma's, het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten (IPR) en de regionale ontwikkelingsmaatschappijen,

    • de economische positie van de grote steden en agglomeratiegebieden,

    • de internationale samenwerking op het vlak van de regionale economische structuur, onder meer bestaande uit actieve participatie in het Europese regiobeleid (EFRO) en de bevordering van grensoverschrijdende economische samenwerking;

  • g.

    het consumentenbeleid;

  • h.

    de toeristische bedrijvigheid en het bevorderen van het toerisme naar en in Nederland;

  • i.

    de kamers van koophandel en fabrieken

Artikel

2

De in artikel 1 genoemde staatssecretaris voert in de contacten die zij bij de behartiging van de in artikel 1, onder a en b, bedoelde aangelegenheden met buitenlanders heeft, de titel: minister voor Buitenlandse Handel.

Artikel

3

Deze beschikking wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

's-Gravenhage
De minister van Economische ZakenG.Wijers