Instelling Platform Technologie en Opsporing

De Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken,
Overwegende,
dat de bestrijding van in het bijzonder de zware georganiseerde criminaliteit het noodzakelijk maakt de inzet van technische hulpmiddelen ten behoeve van een doelmatige opsporing te bevorderen;
dat de inzet van technische hulpmiddelen ten behoeve van de opsporingspraktijk op een verantwoorde wijze dient te geschieden;
dat het wenselijk is te komen tot integratie van activiteiten met betrekking tot het gebruik van technische hulpmiddelen ten behoeve van de taakuitoefening van opsporingsinstanties;
dat het daarbij noodzakelijk is technische ontwikkelingen nauwlettend te volgen, operationele knelpunten te signaleren en op te lossen, financiële consequenties van voorgestelde maatregelen te onderzoeken en eventueel aanpassing van wetgeving te overwegen;
dat het wenselijk is te komen tot een juiste afstemming tussen de operationele, juridische, financiële en technische consequenties van de inzet van technische hulpmiddelen ten behoeve van een doelmatige opsporing;

Besluiten:

Artikel

1

Er is een Platform Technologie en Opsporing, verder te noemen het Platform.

Artikel

2

Artikel

3

Het Planform kan zich bij de uitvoering van zijn taak laten bijstaan door een door het Platform in te stellen werkgroep. Het Platform stelt de taak van de werkgroep vast.

Artikel

4

Het Platform rapporteert tenminste jaarlijks en voorts voorzover zij het wenselijk acht aan de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken.

Artikel

5

Artikel

6

Deze beschikking wordt gepubliceerd in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad en treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening.

Artikel

6

Deze beschikking wordt gepubliceerd in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad en treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening.

's-Gravenhage
De Minister van Justitie,
namens deze,
de Directeur-Generaal Politie en Criminaliteitsbestrijding,
voor deze,
H. P. Wooldrik .
De Minister van Binnenlandse Zaken
namens deze,
De Directeur-Generaal Openbare Orde en Veiligheid,
voor deze,
J. Kapsenberg