Artikel
1
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
richtlijn nr. 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PbEG L 311);
-
a)
diergeneesmiddel dat is vermeld op de Lijst van homeopathische diergeneesmiddelen 1993, of
-
b)
diergeneesmiddel dat overeenkomstig een homeopathisch fabricageprocédé als beschreven in de Europese Farmacopee dan wel in een andere op 22 september 1992 in de lidstaten van de Europese Gemeenschappen officieel gebruikte farmacopee, is verkregen uit producten, substanties of mengsels die homeopathische grondstoffen worden genoemd.
Commissie Registratie Diergeneesmiddelen (CRD);
Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (CVMP), bedoeld in artikel 31, eerste lid, van richtlijn nr. 2001/82/EG;
Bureau Registratie Diergeneesmiddelen, Postbus 289, 6700 AG Wageningen;
door de aanvrager als onderdeel van de registratieaanvraag te verstrekken gegevens, niet zijnde het aanvraagformulier en de daarin genoemde bijlagen, met dien verstande dat voor de toepassing van paragraaf 3.2 het aanvraagformulier en de daarin genoemde bijlagen wèl hieronder zijn begrepen;
lidstaat van de Europese Unie;
staat, niet zijnde een lidstaat, Nederland of IJsland, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132);
verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumvoorwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEG L 224);
verordening (EG) nr. 541/95 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 maart 1995 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van een vergunning om een geneesmiddel in de handel te brengen, die door een bevoegde instantie van een Lid-Staat is afgegeven (PbEG L 55).