Besluit van 11 november 1994, houdende regels ter uitvoering van artikel 142, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering betreffende de bekwaamheid en betrouwbaarheid, beëdiging en instructie van, alsmede het toezicht op buitengewoon opsporingsambtenaren, het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt, de beëindiging van de opsporingsbevoegdheid en enige andere onderwerpen

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 22 april 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 436121/94/6;
De Raad van State gehoord (advies van 30 augustus 1994, nummer W03.94.0246);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 28 oktober 1994, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 461681/94/6,

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

De buitengewoon opsporingsambtenaar die beschikt over:

  • a.

    een titel van opsporingsbevoegdheid,

  • b.

    de bekwaamheid en betrouwbaarheid voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden, en

  • c.

    een akte van beëdiging,

is bevoegd op het grondgebied, vermeld in die akte, de opsporingsbevoegdheden uit te oefenen ter zake van de feiten die in die akte zijn vermeld en daarvan ambtsedig proces-verbaal op te maken als bedoeld in artikel 152 Wetboek van Strafvordering.

Hoofdstuk

2

De titel van opsporingsbevoegdheid

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

4

Artikel

5

Een aanvraag tot het verlenen van een akte van opsporingsbevoegdheid, het doen van een aanwijzing, dan wel het toekennen van aanvullende opsporingsbevoegdheid bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    een aanduiding van de feiten waarvoor opsporingsbevoegdheid wordt aangevraagd;

  • b.

    een aanduiding van het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid moet gelden.

Artikel

6

Artikel

7

Op elke aanvraag ingevolge dit hoofdstuk wordt zo spoedig mogelijk, in elk geval binnen 4 maanden na ontvangst van de aanvraag, beslist.

Artikel

8

§

2

De procedure voor het verkrijgen van de akte van opsporingsbevoegdheid

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

§

3

De procedure voor het verkrijgen van een aanwijzing

Artikel

12

Artikel

13

In de beschikking wordt het hoogste aantal personen vermeld dat op grond van de aanwijzing beëdigd kan worden als buitengewoon opsporingsambtenaar. Een afschrift van de beschikking wordt aan het College van procureurs-generaal gezonden.

§

4

De procedure voor het verkrijgen van de aanvullende opsporingsbevoegdheid

Artikel

14

Artikel

15

Indien Onze Minister ingevolge artikel 14 heeft beslist tot aanvulling van de opsporingsbevoegdheid, zendt hij een afschrift van zijn beschikking aan het College van procureurs-generaal, die bevoegd is tot aanpassing van de akte van beëdiging. In dat geval past het College van procureurs-generaal de akte van beëdiging aan.

Hoofdstuk

3

De bekwaamheid en de betrouwbaarheid

Artikel

16

Artikel

17

Hoofdstuk

4

De beëdiging

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Hoofdstuk

5

De instructie

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

In het proces-verbaal van opsporingshandelingen of in enige andere schriftelijke verslaglegging van de uitoefening van bevoegdheden vermeldt de buitengewoon opsporingsambtenaar zijn standplaats en het nummer van zijn akte van beëdiging.

Artikel

30

Artikel

31

Hoofdstuk

6

Het toezicht

§

1

Algemeen

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

§

2

De toezichthouder en direct toezichthouder

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

De toezichthouder ziet er op toe dat de buitengewoon opsporingsambtenaar zijn taak bij de opsporing naar behoren vervult en de opsporingsbevoegdheden alsmede de politiebevoegdheden op juiste wijze uitoefent. Hij ziet eveneens toe op een goede samenwerking met de politie.

Artikel

39

Artikel

40

§

3

De werkgever

Artikel

41

Artikel

42

Hoofdstuk

7

Registratie

Artikel

43

Hoofdstuk

8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

46

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

47

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

48

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 april 1994.

Artikel

49

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

A

bedoeld in artikel 19, eerste lid

Bij aanvaarding van de aanwijzing tot buitengewoon opsporingsambtenaar legt de desbetreffende persoon de navolgende eden (verklaringen en beloften) af:

  • 1.

    De eed (verklaring en belofte) van zuivering:

    "Ik zweer (verklaar), dat ik middelijk of onmiddellijk onder welke vorm of voorwendsel ook, tot het verkrijgen van mijn aanstelling of beëdiging tot buitengewoon opsporingsambtenaar aan niemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, of zal geven of beloven.

    Ik zweer (beloof), dat ik, om iets hoegenaamd in mijn functie als buitengewoon opsporingsambtenaar te doen of te laten van niemand hoegenaamd, middelijk of onmiddellijk, enige beloften of geschenken zal aannemen.

    Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat verklaar en beloof ik)!". .

  • 2.

    De ambtseed of ambtsbelofte:

    "Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan de Grondwet en de wetten des Rijks.

    Ik zweer (beloof), dat ik, voor zover in mijn vermogen ligt en tot mijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar behoort, zal toezien op de naleving van wetten, krachtens de wet uitgevaardigde voorschriften en verordeningen, mijn verdere plichten als buitengewoon opsporingsambtenaar naar mijn beste weten, eer en geweten zonder aanzien des persoons zal vervullen, de mij als buitengewoon opsporingsambtenaar verstrekte opdrachten zal volbrengen en de zaken, waarvan ik door mijn functie kennis draag en die mij als geheim zijn toevertrouwd, of waarvan ik het vertrouwelijk karakter moet begrijpen, niet zal openbaren aan anderen dan aan hen, aan wie ik volgens wet of uit hoofde van mijn functie als buitengewoon opsporingsambtenaar tot mededeling verplicht ben.

    Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat beloof ik)!". .

Bijlage

B

bedoeld in artikel 44, eerste lid

Diploma NPA;

Politiediploma A of B;

Diploma Herziene primaire opleiding;

Diploma surveillant van politie;

Diploma Koninklijke Marechaussee;

Diploma reservepolitie;

Diploma onbezoldigde opsporingsambtenaren van politie van de Politieopleidingsinstituten (LSOP);

Diploma onbezoldigd ambtenaar van gemeentepolitie van de Gemeentepolitie Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Utrecht of Arnhem;

Diploma onbezoldigd ambtenaar van Rijkspolitie, district 's-Gravenhage;

Diploma onbezoldigd ambtenaar van politie, Stichting Politie vormingscentrum te Vaassen (gem. Epe);

Diploma Nederlands Instituut voor Opleiding van Opsporingsambtenaren te Tienhoven (gem. Maarssen);

Diploma politiestudiecentrum Amsterdam;

Diploma onbezoldigde opsporingsambtenaren, instituut Minerva te Naarden;

Diploma Stichting docentenkollektief Zuid-Holland;

Diploma opsporingsfunctionaris sociale zekerheid, Stichting opleiding sociale verzekering;

Het bewijs van het gevolgd hebben van een van de navolgende opleidingen van de Stichting Opleiding Sociale Verzekering:

cursus Centrale Opleiding Opsporingsfunctionarissen SV, de DIVOSA-opleiding sociaal rechercheur en bijzonder controleur en de cursus Centrale opleiding opsporing sociale zekerheidsfraude;

Diploma HAMIL of OBD van de Bestuursacademies;

Diploma milieuopleiding van het Centraal Instituut Vorming en Opleiding Bestuursdienst;

Diploma opleidingscentrum Algemene Inspectiedienst Ministerie van LNV;

Het bewijs van het gevolgd hebben van de opleiding milieudelicten ten behoeve van inspectiejuristen en coördinatoren van de Nederlandse Politieacademie;

Diploma handhaving milieuwetgeving van Nieuw Rollecate of de Rijkshogeschool te Deventer;

Diploma vierjarige dagopleiding milieukunde met bijvak handhaving milieuwetgeving;

Het bewijs van het gevolgd hebben van de basisopleiding ambtenaar Algemene Inspectiedienst en onbezoldigd ambtenaar Algemene Inspectiedienst;

Diploma Scheepvaartmeester A en B;

Het bewijs van het gevolgd hebben van de cursus onbezoldigd opsporingsambtenaar van gemeentepolitie van het havenbedrijf Rotterdam;

Diploma opsporingsambtenaar Wet verontreiniging oppervlaktewater;

Diploma opleiding opsporingsfunctionaris Dienst Omroepbijdragen;

Het bewijs van het gevolgd hebben van de basisopleiding Marine beveiligingskorps;

Diploma Agent spoorwegpolitie;

Het bewijs van het gevolgd hebben van de opleiding keurmeester van de Keuringsdienst van Waren;

Diploma Nederlandse vereniging van jachtopzichters;

Vakbekwaamheidsdiploma van de opleiding personeel openbare reinigingsbedrijven.