Instelling commissie advisering bezwaarschriften personeelsleden EZ

Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften personeelsleden EZ

De Minister van Economische Zaken,
Gehoord de bijzondere commissies als bedoeld in artikel 113 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement bij het Ministerie van Economische Zaken en bij het Centraal Bureau voor de Statistiek;

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a.
de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b.
het ministerie:

het Ministerie van Economische Zaken en de daaronder ressorterende diensten;

c.
medewerker:

personeelslid van het ministerie, aangesteld krachtens het Algemeen Rijksambtenarenreglement, of in dienst genomen krachtens het Arbeidsovereenkomstenbesluit;

d.
besluit:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de Algemene wet bestuursrecht;

e.
bezwaarde:

medewerker die een bezwaarschrift heeft ingediend.

§

2

De commissie

Artikel

2

Er is een commissie advisering bezwaarschriften personeelsleden EZ.

Artikel

3

Artikel

4

§

3

Secretariaat

Artikel

5

§

4

Taak

Artikel

6

§

5

Verschoning en wraking

Artikel

7

§

6

Bijzondere bepalingen

Artikel

8

Artikel

9

De commissie kan daarvoor in aanmerking komende derden oproepen voor het verkrijgen van inlichtingen die zij behoeft. Iedere als zodanig opgeroepen medewerker is verplicht aan een oproep van de commissie gevolg te geven en desgevraagd alle inlichtingen naar waarheid en zonder voorbehoud te verstrekken.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Het is de leden en de secretarissen van de commissie en hun plaatsvervangers verboden:

  • a.

    hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen verder bekend te maken dan voor de uitoefening van hun functie gevorderd wordt;

  • b.

    de gevoelens te openbaren, die tijdens de beraadslaging over het bezwaar zijn geuit;

  • c.

    over een aan hen voorgelegde zaak of over een zaak die, naar zij weten of kunnen vermoeden, aan hen zal worden voorgelegd zich uit te laten in enig onderhoud of gesprek met:

    • de bezwaarde, zijn raadsman of gemachtigde,

    • in gevallen waarin het een bezwaar betreft als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het Beoordelingsvoorschrift Burgerlijk Rijkspersoneel 1985, de betrokken beoordelaar of beoordelaars, de desbetreffende beoordelingsautoriteit of de door deze aangewezen vertegenwoordiger, dan wel,

    • in andere gevallen, degene die het betrokken besluit heeft genomen of de door deze aangewezen vertegenwoordiger;

  • d.

    enige schriftelijke informatie in ontvangst te nemen van de onder c bedoelde personen of dezen in de gelegenheid te stellen anderszins hierover mededelingen aan hen te doen, met uitzondering van informatie of mededelingen aan de secretaris in het kader van de normale secretariaatswerkzaamheden.

§

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

13

De benoeming van de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit zittende leden en plaatsvervangende leden van de commissie blijft, behoudens tussentijds ontslag, van kracht voor de periode waarvoor zij zijn benoemd.

Artikel

14

De Regeling behandeling bezwaren ambtenaren EZ 1992 wordt ingetrokken.

Artikel

15

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

16

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften personeelsleden EZ. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken, G. J. Wijers