Wet van 30 november 1994, tot aanvulling van de Boeken 3, 6 en 8 van het Burgerlijk Wetboek met regels betreffende de aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen en verontreiniging van lucht, water of bodem

Wijzigingswet Boeken 3, 6 en 8 van het Burgerlijk Wetboek (aansprakelijkheid gevaarlijke stoffen en verontreiniging lucht, water of bodem)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Boeken 3, 6 en 8 nieuw BW aan te vullen met regels betreffende de aansprakelijkheid buiten schuld voor gevaarlijke stoffen en verontreiniging van lucht, water of bodem;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

II

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

III

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

IV

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

V

Artikel

VI

Onze Minister van Justitie stelt de nummering en plaats van invoeging van de artikelen, afdelingen en titels, die bij deze wet in de Boeken 3, 6 en 8 van het nieuw Burgerlijk Wetboek worden ingevoegd, opnieuw vast en brengt de in deze wet voorkomende aanhalingen van artikelen, afdelingen en titels in overeenstemming met die nummering en met de nummering die op het tijdstip van het in werking treden van deze wet voor de Boeken 3, 6 en 8 van dat wetboek is vastgesteld.

Artikel

VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager