Regeling handelaarskentekens en -kentekenbewijzen

Artikel

1

Artikel

1a

Handelaarskentekens bestaan uit de lettercombinatie, genoemd in artikel 3 van het Kentekenreglement, en twee groepen van twee cijfers of één cijfer en één groep van drie cijfers.

Artikel

2

Artikel

3

Wanneer gebruik wordt gemaakt van het handelaarskenteken, is het niet toegestaan om goederen te vervoeren, tenzij dit aantoonbaar gebeurt in het kader van beproeving van aan het voertuig verrichte of te verrichten werkzaamheden. In dat geval moeten de goederen op het adres, waar deze zijn ingeladen, ook worden uitgeladen.

Artikel

4

Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van het handelaarskentekenbewijs, dient dit bewijs alsmede de kentekenplaten waarop het handelaarskenteken is aangebracht, te worden bewaard in een goed afsluitbare voorziening.

Artikel

5

Degene aan wie het handelaarskenteken is opgegeven dient de in het kader van het gebruik van dat kenteken van belang zijnde wijzigingen in de bedrijfsactiviteit of de bedrijfsgegevens onverwijld schriftelijk te melden aan de Dienst Wegverkeer.

Artikel

6

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Artikel

11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling handelaarskentekens en -kentekenbewijzen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink