Warenwetregeling Melkeiwitten (caseïne en caseïnaten)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet (advies van 8 april 1994 met nummer 14721/(21)5);

Besluit:

§

1:

Definities, reikwijdte en algemene eisen

Artikel

1

Artikel

2

De in deze regeling bedoelde waren voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    het loodgehalte bedraagt ten hoogste 1 mg/kg;

  • b.

    vreemde stoffen zoals houtdeeltjes, metaal, haren of delen van insekten zijn afwezig in 25 g; en

  • c.

    zij hebben een warmtebehandeling ondergaan.

§

2:

Verplichte aanduidingen

Artikel

3

De aanduiding ‘melkeiwit, type voedingszuurcaseïne’ of ‘voedingszuurcaseïne’ mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïne bestemd voor menselijke voeding, die voldoet aan de volgende eisen:

  • a.

    voor wat betreft essentiële voorschriften inzake de samenstelling:

    • het vochtgehalte bedraagt ten hoogste 10,0%;

    • het gehalte aan melkeiwitten, berekend op de droge stof, bedraagt van ten minste 90%, waarvan het gehalte aan caseïne ten minste 95% bedraagt;

    • het melkvetgehalte, berekend op de droge stof, bedraagt ten hoogste 2,25%;

    • het titreerbaar zuurgehalte, uitgedrukt in ml 0,1 N NaOH-oplossing per gram, bedraagt ten hoogste 0,27;

    • het asgehalte, inclusief P2O5, bedraagt ten hoogste 2,5%;

    • het gehalte aan watervrije lactose bedraagt ten hoogste 1%; en

    • het gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes) bedraagt ten hoogste 22,5 mg per 25 g;

  • b.

    de waar is verkregen door middel van precipitatie met behulp van uitsluitend een of meer van de volgende proceshulpstoffen en bacteriecultures: melkzuur (E 270), zoutzuur (E 507), zwavelzuur (E 513), citroenzuur (E 330), azijnzuur (E 260), orthofosforzuur (E 338), wei en bacteriecultures die melkzuur voortbrengen; en

  • c.

    voor wat betreft de organoleptische eigenschappen:

    • vreemde geuren zijn afwezig;

    • de kleur van de waar is wit tot crème; en

    • in de waar komen geen klonten voor die bij een lichte druk niet kapotgaan.

Artikel

4

De aanduiding ‘melkeiwit, type voedingslebcaseïne’ of ‘voedingslebcaseïne’ mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïne bestemd voor menselijke voeding, die voldoet aan de volgende eisen:

  • a.

    voor wat betreft essentiële voorschriften inzake de samenstelling:

    • het vochtgehalte bedraagt ten hoogste 10,0%;

    • het gehalte aan melkeiwitten, berekend op de droge stof, bedraagt van ten minste 84%, waarvan het gehalte aan caseïne ten minste 95% bedraagt;

    • het melkvetgehalte, berekend op de droge stof, bedraagt ten oogste 2%;

    • het asgehalte, inclusief P2O5, bedraagt ten minste 7,50%;

    • het gehalte aan watervrije lactose bedraagt ten hoogste 1%; en

    • het gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes) bedraagt ten hoogste 22,5 mg per 25 g;

  • b.

    de waar is verkregen door middel van precipitatie met behulp van uitsluitend stremsel of andere melkcoagulerende enzymen; en

  • c.

    voor wat betreft de organoleptische eigenschappen:

    • vreemde geuren zijn afwezig;

    • de kleur van de waar is wit tot crème; en

    • in de waar komen geen klonten voor die bij een lichte druk niet kapotgaan.

Artikel

5

De aanduiding ‘voedingscaseïnaten’ mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïnaten bestemd voor menselijke voeding, die voldoet aan de volgende eisen:

  • a.

    voor wat betreft essentiële voorschriften inzake de samenstelling:

    • het vochtgehalte bedraagt ten hoogste 8%;

    • het gehalte aan caseïne-eiwitten van de melk, berekend op de droge stof, bedraagt van ten minste 88%;

    • het melkvetgehalte, berekend op de droge stof, bedraagt ten hoogste 2,0%;

    • het gehalte aan watervrije lactose bedraagt ten hoogste 1,0%; en

    • de pH bedraagt ten minste 6,0 en ten hoogste 8,0; en

    • het gehalte aan sedimenten (verbrande deeltjes) bedraagt ten hoogste 22,5 mg per 25 g;

  • b.

    de waar is verkregen uit caseïne met behulp van uitsluitend hydroxiden, carbonaten, fosfaten en citraten van natrium, kalium, calcium, ammonium en magnesium; en

  • c.

    voor wat betreft de sensorische eigenschappen:

    • de waar heeft een zeer licht aroma en vreemde geuren zijn afwezig;

    • de kleur van de waar is wit tot crème;

    • in de waar komen geen klonten voor die bij een lichte druk niet kapotgaan: en

    • de waar is bijna geheel oplosbaar in gedistilleerd water, met uitzondering van de calciumcaseïnaten.

§

3:

Vermeldingen

Artikel

6

§

4:

Slotbepalingen

Artikel

7

Deze regeling wordt aangehaald als:

Warenwetregeling Melkeiwitten (caseïne en caseïnaten).

Artikel

8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.Borst-Eilers