Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van het Voertuigreglement.
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van het Voertuigreglement.
Voor kentekenbewijzen en delen daarvan worden de volgende, in de bijlage bij deze regeling opgenomen, modellen vastgesteld:
een kentekenbewijs, bevattende de enkele letter A, E, H, K, L, N, P, S, T, V, W of X en twee groepen van twee cijfers (kentekenbewijs voor weging en onderzoek): model 1.1;
een kentekenbewijs dat is afgegeven voor een voertuig dat door de Dienst Wegverkeer is gekeurd ingevolge artikel 26 van de wet, in afwachting van de verkrijging van een driedelig kentekenbewijs (voorlopig kentekenbewijs): model 2.1;
een kentekenbewijs, bevattende de enkele letter Z en twee groepen van twee cijfers (zevendaags kentekenbewijs): model 3.1;
een kentekenbewijs, bevattende een kenteken als bedoeld in artikel 4, zesde lid, van het Kentekenreglement (uitvoerkentekenbewijs): model 4.1;
een deel I van een driedelig kentekenbewijs voor een personenauto, een motorfiets, een driewielig motorrijtuig, een aanhangwagen of een bedrijfsauto dan wel een deel I van een kentekenbewijs, bevattende een handelaarskenteken of de lettergroep BN of GN en twee groepen van twee cijfers, de lettergroep BO en twee groepen van twee cijfers dan wel de lettergroep GV en twee groepen van twee cijfers:
model 5.1;
een deel II van een driedelig kentekenbewijs voor een personenauto, een motorfiets, een driewielig motorrijtuig of een aanhangwagen dan wel voor een bedrijfsauto: model 10.1;
een bedrijfsvoorraad deel II: model 11.1;
een overschrijvingsbewijs: model 13.1.
Voorts worden de volgende, in de bijlage van dit besluit opgenomen, modellen vastgesteld:
een vrijwaringsbewijs, af te geven door de Dienst Wegverkeer: model A.1;
een vrijwaringsbewijs, af te geven door een erkend bedrijf: model B.1;
Vervallen
een ingevolge artikel 39, derde lid, van het Kentekenreglement afgegeven ontvangstbewijs: model D.1;
een verklaring, bedoeld in de artikelen 31, tweede lid, 32, tweede lid, en 33, eerste lid, van het Kentekenreglement (uitvoerverklaring): model E.1.
Vervallen
De aanvrager van een kentekenbewijs dient, overeenkomstig het bepaalde in artikel 50 van de wet, persoonlijk te verschijnen bij:
een daartoe aangewezen vestiging van de Dienst Wegverkeer;
een daartoe aangewezen postvestiging van Postkantoren BV., of,
een erkend bedrijf, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel f, van het Kentekenreglement.
De erkenninghouder of diens gemachtigde, bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van de wet, verschijnt bij de in het eerste lid, onderdeel a of b, bedoelde instantie.
Als documenten, als bedoeld in artikel 27, negende lid, van het Kentekenreglement, worden aangewezen:
een legitimatiebewijs als bedoeld in artikel 2 van de Regeling legitimatievoorschriften kentekenbewijzen en kentekenplaten, en
een ingevulde en ondertekende verklaring van een door de Dienst Wegverkeer vastgesteld model.
Onverminderd artikel 33, eerste lid, van het Kentekenreglement, dient, ingeval een voertuig voorgoed buiten Nederland wordt gebracht, het overschrijvingsbewijs bij de Dienst Wegverkeer te worden overgelegd:
indien een ander dan degene aan wie het kentekenbewijs is afgegeven de in artikel 33 van het Kentekenreglement bedoelde verklaring overlegt, en
voor zover uit het kentekenregister blijkt dat het voertuig onder de werking van de door de Dienst Wegverkeer met de eigenaar van het voertuig gesloten overeenkomst ‘registratie lease-voertuigen’ is gebracht.
Indien een kentekenbewijs is afgegeven aan de houder van een voertuig en deze een vervangend kentekenbewijs of deel daarvan aanvraagt, dient de eigenaar voor de afgifte van het vervangend kentekenbewijs of deel daarvan toestemming te verlenen, indien uit het kentekenregister blijkt dat het voertuig onder de werking van de door de Dienst Wegverkeer met de eigenaar van het voertuig gesloten overeenkomst ‘registratie lease-voertuigen is gebracht.
Indien een voertuig voorgoed buiten Nederland is gebracht en niet meer kan worden voldaan aan de artikelen 31 tot en met 33 van het Kentekenreglement, verklaart de Dienst Wegverkeer het bij het voertuig behorende kentekenbewijs ongeldig, indien een verklaring van een autoriteit in het buitenland bij hem is ingeleverd, waaruit blijkt dat het voertuig in het buitenland achterblijft. In dat geval behoeven de betrokken kentekenplaten niet te worden ingeleverd bij de Dienst Wegverkeer.
Indien door een ander dan een erkend bedrijf dat de bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel d, van het Kentekenreglement heeft verkregen, wordt gemeld dat een voertuig voorgoed buiten gebruik wordt gesteld, verklaart de Dienst Wegverkeer het kentekenbewijs ongeldig, indien de melding betrekking heeft op:
een motorfiets,
een bedrijfsauto met een maximum massa van meer dan 3500 kg,
een aanhangwagen, of;
een ander voertuig dan de in de onderdelen a, b en c genoemde, voor zover het voertuig 15 jaar of ouder is.
Indien door degene aan wie een kentekenbewijs is afgegeven, wordt gemeld dat het voertuig waarvoor dat bewijs is afgegeven, definitief is bestemd voor gebruik buiten de weg als bedoeld in artikel 37, derde lid, onderdeel c, van het Kentekenreglement, verklaart de Dienst Wegverkeer het kentekenbewijs ongeldig indien het voertuig bestemd is om als voertuig buiten de weg te worden gebruikt ten behoeve van:
bedrijfsmatig gebruik op een bedrijfsterrein dat geen deel uitmaakt van de voor het openbaar verkeer openstaande weg en dit aannemelijk wordt gemaakt aan de hand van:
een uittreksel uit het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 1996 alsmede 2° een uittreksel uit het Kadaster of een huurcontract;
educatieve doeleinden en dit aannemelijk wordt gemaakt aan de hand van een verklaring waaruit blijkt dat de melding geschiedt door een opleidingsinstituut in de autobranche of een instituut waar bijzondere rijopleidingen worden gegeven dan wel door de brandweer;
auto- of motorsport en dit aannemelijk wordt gemaakt aan de hand van een kopie van een licentie van de KNAC Nationale Autosport Federatie, de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging of de Motorsport Organisatie Nederland, dan wel
het gebruik als museumvoertuig.
De in het tweede en derde lid bedoelde melding geschiedt door toezending van de aanwezige delen van het kentekenbewijs aan de Dienst Wegverkeer, met dien verstande dat het deel I niet behoeft te worden toegezonden. Tevens dient een verklaring van een door de Dienst Wegverkeer vastgesteld model te worden meegezonden waaruit blijkt dat het voertuig voorgoed buiten gebruik wordt gesteld, respectievelijk bestemd is om als voertuig buiten de weg te worden gebruikt, zulks onder aanduiding van de bestemming.
Indien een voertuig voorgoed buiten Nederland wordt gebracht door een ander dan een erkend bedrijf en niet kan worden voldaan aan de verplichting de betrokken kentekenplaten in te leveren omdat deze zijn vermist, verklaart de Dienst Wegverkeer het bij het voertuig behorende kentekenbewijs ongeldig, mits op de door de aanvrager ondertekende uitvoerverklaring wordt aangegeven dat een of twee betrokken kentekenplaten zijn vermist.
Op basis van de Wegenverkeerswet afgegeven modellen van kentekenbewijzen en delen daarvan, registratiebewijzen, kopieën deel III en ontvangstbewijzen behouden hun geldigheid tot het moment waarop zij op basis van de Wegenverkeerswet 1994 hun geldigheid verliezen. Op basis van de Wegenverkeerswet afgegeven modellen vrijwaringsbewijzen behouden hun geldigheid.
De volgende regelingen worden ingetrokken:
het Besluit kentekenbewijzen (regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 september 1974, nr. RVW 65712, Stcrt. 192),
de Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 oktober 1975, nr. R 64925, betreffende vaststelling van regelen voor het zichtbaar voeren van deel III van het kentekenbewijs (Stcrt. 198),
de Bekendmaking van de Directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer van 1 maart 1993, nr. F 01330014/JZ, betreffende ongeldigverklaring kentekenbewijs in verband met het voorgoed buiten Nederland brengen van motorrijtuigen (Stcrt. 57),
de Beschikking van de Directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer van 27 september 1974, nr. 28257, houdende aanwijzing postkantoren voor afgifte van delen II van kentekenbewijzen (Stcrt. 192), en
de Regeling van de Directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer van 27 maart 1975, nr. 36907/JZ, betreffende vaststelling modellen vrijwaringsbewijzen (Stcrt. 70).
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kentekenbewijzen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Model 1.1 Kentekenbewijs voor weging en onderzoek
Model 2.1 Voorlopig kentekenbewijs
Achterzijde (kleur: overwegend geel)
Model 3.1 Zevendaags kentekenbewijs
Voorzijde
kleur: wit
Achterzijde
kleur: overwegend geel
Model 4.1 Uitvoerkentekenbewijs
Kleur: wit
Het uitvoerkenteken moet zijn ingevuld.
Aan het uitvoerkentekenbewijs is een blad gehecht met een vertaling van de tekst
van het uitvoerkentekenbewijs in de volgende talen: Engels, Duits en Frans.
Aan het uitvoerkentekenbewijs is tevens een groene en een gele doorslag gehecht,
welke zijn bestemd voor de geregistreerde eigenaar/houder respectievelijk voor de Dienst Wegverkeer.
Model 5.1 Deel I van een driedelig kentekenbewijs voor een personenauto, een motorfiets, een driewielig motorrijtuig, een bedrijfsauto of een aanhangwagen dan wel een deel I van een kentekenbewijs, bevattende een handelaarskenteken of de lettergroep BN of GN en twee groepen van twee cijfers, de lettergroep BO en twee groepen van twee cijfers dan wel de lettergroep GV en twee groepen van twee cijfers
Voorzijde (kleur:wit en grijs)
Achterzijde (kleur: overwegend groen)
Model 6.1 Deel I van een kentekenbewijs, bevattende de lettergroep BN of GN en twee groepen van twee cijfers
Vervallen.
Model 7.1 Deel I van een driedelig kentekenbewijs voor een personenauto
Vervallen.
Model 8.1 Deel I van een driedelig kentekenbewijs voor een motorfiets of een driewielig motorrijtuig
Vervallen.
Model 9.1 Deel I van een driedelig kentekenbewijs voor een bedrijfsauto
Vervallen.
Model 10.1 Deel II van een driedelig kentekenbewijs voor een personenauto, een motorfiets of een driewielig motorrijtuig, een bedrijfsauto of een aanhangwagen.
Voorzijde (kleur: wit)
Achterzijde (kleur: overwegend groen)
Model 11.1 Bedrijfsvoorraad deel II
Model 12.1 Deel III
Vervallen.
Model 13.1 Overschrijvingsbewijs
Voorzijde (kleur: wit)
Achterzijde kleur: overwegend groen
Model 14.1 Registratiebewijs
Vervallen.
Model 15.1 Bijzonder registratiebewijs
Vervallen.
Model 16.1 Eendaags registratiebewijs
Vervallen.
Model 17.1. Voorlopig registratiebewijs
Vervallen.
Model A.1 Vrijwaringsbewijs, af te geven door de Dienst Wegverkeer
Model B.1 Vrijwaringsbewijs, af te geven door een erkend bedrijf
Kleur: groen
Model C.1 Ontvangstbewijs dat wordt verstrekt door de Dienst Wegverkeer na een aanvraag van een kentekenbewijs of deel daarvan
Vervallen.
Model D.1 Ingevolge artikel 39, derde lid, van het Kentekenreglement afgegeven ontvangstbewijs
Model E.1 Uitvoerverklaring
Kleur: wit
Aan de uitvoerverklaring is een blad gehecht met een vertaling van de tekst van de uitvoerverklaring in de volgende talen: Engels, Duits en Frans.
Aan de uitvoerverklaring is tevens een groene en een gele doorslag gehecht, welke zijn bestemd voor de geregistreerde eigenaar/houder respectievelijk voor de Dienst Wegverkeer.
Indien op de uitvoerverklaring een uitvoerkenteken is ingevuld, dient de verklaring tevens als uitvoerkentekenbewijs.