Regeling kabelvliegers en kleine ballons

De Minister van Verkeer en Waterstaat;
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

kabelvlieger: een toestel, zwaarder dan lucht en niet voorzien van een voortstuwingsinrichting, dat door middel van (een) ankerkabel(s) of lijn(en) is verbonden met het aardoppervlak;

kleine ballon: een kleine kabelballon of een kleine vrije ballon;

kleine kabelballon: een ballon, die door middel van (een) ankerkabel(s) of lijn(en) is verbonden met het aardoppervlak en die op zeeniveau in de internationale standaardatmosfeer in geheel gevulde toestand een diameter van ten hoogste 2 m of een inhoud van ten hoogste 4 m³ heeft, dan wel een samenstel van ballons waarvan de gezamenlijke diameter of inhoud deze waarde niet te boven gaan;

kleine vrije ballon: een ballon die niet is verbonden met het aardoppervlak en die op zeeniveau in de internationale standaard-atmosfeer in geheel gevulde toestand een diameter van ten hoogste 2 m of een inhoud van ten hoogste 4 m³ heeft, dan wel een samenstel van ballons waarvan de gezamenlijke diameter of inhoud deze waarden niet te boven gaan;

sfeerballon: kleine vrije ballon, of samenstel van kleine vrije ballons, waarvan de hoogte of de breedte niet meer dan 75 cm bedraagt.

Artikel

1b

Kruisende koersen

Artikel

2

Kabelvliegers en kleine kabelballons

Een kabelvlieger of kleine kabelballon wordt niet gebruikt:

  • a.

    boven een hoogte van 100 meter boven grond of water;

  • b.

    binnen een afstand van 3 km van de grens van luchthavens en zweefvliegterreinen;

  • c.

    binnen een afstand van 5 km van de grens van gecontroleerde luchthavens;

  • d.

    binnen burger laagvlieggebieden, militaire laagvlieggebieden en binnen een afstand van 5 km van militaire laagvliegroutes.

Artikel

3

Kleine vrije ballons

Artikel

4

Sfeerballons

Artikel

5

Intrekking

Het besluit van de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst van 2 december 1982, nr. LVB/L 26057/Stcrt. 1982, 245, wordt ingetrokken.

Artikel

6

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Artikel

7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kabelvliegers en kleine ballons.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel

8

Vervallen

's-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink