Regeling kabelvliegers en kleine ballons

De Minister van Verkeer en Waterstaat;
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

Artikel

2

Kabelvliegers en kleine kabelballons

Een kabelvlieger of kleine kabelballon wordt niet gebruikt:

  • a.

    boven een hoogte van 100 meter boven grond of water;

  • b.

    binnen een afstand van 3 km van de grens van luchtvaartterreinen en zweefvliegterreinen;

  • c.

    binnen een afstand van 5 km van de grens van gecontroleerde luchtvaartterreinen;

  • d.

    binnen burger laagvlieggebieden, militaire laagvlieggebieden en binnen een afstand van 5 km van militaire laagvliegroutes.

Artikel

3

Kleine vrije ballons

Artikel

4

Speelgoedballons

Artikel

5

Intrekking

Het besluit van de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst van 2 december 1982, nr. LVB/L 26057/Stcrt. 1982, 245, wordt ingetrokken.

Artikel

6

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Artikel

7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kabelvliegers en kleine ballons.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink