Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Organisatiewet sociale verzekeringen in te voeren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk
1
Definities
Artikel
I
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a.
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
b.
de Sociale Verzekeringsraad: de Sociale Verzekeringsraad, genoemd in artikel 35 van de Organisatiewet Sociale Verzekering, zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;
het Algemeen Werkloosheidsfonds: het Algemeen Werkloosheidsfonds, genoemd in artikel 103 van de Werkloosheidswet, zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;
het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds: het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, genoemd in artikel 66 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;
g.
het Toeslagenfonds: het Toeslagenfonds, genoemd in artikel 31 van de Toeslagenwet, zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;
h.
het College: het College van toezicht sociale verzekeringen, genoemd in artikel 2 van de Organisatiewet sociale verzekeringen;
i.
het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming: het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, genoemd in artikel 31 van de Organisatiewet sociale verzekeringen;
j.
de Sociale Verzekeringsbank: de Sociale Verzekeringsbank, genoemd in artikel 21 van de Organisatiewet sociale verzekeringen;
k.
een bedrijfsvereniging: een bedrijfsvereniging als bedoeld in artikel 40 van de Organisatiewet sociale verzekeringen.
Hoofdstuk
2
Het college van toezicht sociale verzekeringen
Artikel
II
1
De Sociale Verzekeringsraad wordt als rechtspersoon gehandhaafd en wordt genoemd: College van toezicht sociale verzekeringen.
2
De rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid, is het College van toezicht sociale verzekeringen, bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet sociale verzekeringen.
Artikel
III
Van de drie personen die worden benoemd tot lid van het bestuur van het College wordt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet één maal, in afwijking van artikel 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen, één lid benoemd voor een periode van één jaar, één lid benoemd voor een periode van twee jaar en één lid benoemd voor een periode van drie jaar.
Hoofdstuk
3
De sociale verzekeringsbank
Artikel
IV
1
De Sociale Verzekeringsbank, genoemd in artikel 1 van de Wet op de Sociale Verzekeringsbank, zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt als rechtspersoon gehandhaafd.
2
De rechtspersoon, genoemd in het eerste lid, is de Sociale Verzekeringsbank, genoemd in artikel 21 van de Organisatiewet sociale verzekeringen.
Hoofdstuk
4
De gemeenschappelijke medische dienst
Artikel
V
Alle vermogensbestanddelen van de Gemeenschappelijke Medische Dienst gaan over op het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming en de bedrijfsverenigingen, zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is, overeenkomstig daaromtrent door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, onder goedkeuring van het College, gestelde regels.
Artikel
VI
1
De publiekrechtelijke rechten en verplichtingen van de Gemeenschappelijke Medische Dienst gaan over op het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming en de bedrijfsverenigingen, overeenkomstig daaromtrent door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, onder goedkeuring van het College, gestelde regels.
2
Een beschikking welke door de Gemeenschappelijke Medische Dienst is genomen, geldt als een beschikking van het Tijdelijke instituut voor coördinatie en afstemming of als een beschikking van een bedrijfsvereniging, overeenkomstig daaromtrent door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, onder goedkeuring van het College, gestelde regels.
3
Een verzoek aan de Gemeenschappelijke Medische Dienst om een beschikking te nemen, wordt beschouwd als te zijn gericht tot het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming of tot een bedrijfsvereniging, overeenkomstig daaromtrent door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, onder goedkeuring van het College, gestelde regels.
Artikel
VII
1
Bij civielrechtelijke en administratiefrechtelijke procedures ter zake van handelingen of besluiten van de Gemeenschappelijke Medische Dienst, het Algemeen Werkloosheidsfonds, het Arbeidsongeschiktheidsfonds, het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds en het Toeslagenfonds, treedt het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming of een bedrijfsvereniging in plaats van onderscheidenlijk de Gemeenschappelijke Medische Dienst, het Algemeen Werkloosheidsfonds, het Arbeidsongeschiktheidsfonds, het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds en het Toeslagenfonds, zonder dat daarvoor een betekening nodig is en met overneming van procureurstelling onderscheidenlijk aanwijzing van een gemachtigde, overeenkomstig daaromtrent door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, onder goedkeuring van het College, gestelde regels.
2
Beroep waarvoor de termijn is aangevangen voor de inwerkingtreding van deze wet staat voor het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming of de bedrijfsvereniging open gedurende het resterende gedeelte van de beroepstermijn.
Hoofdstuk
5
Het Algemeen Werkloosheidsfonds, het Arbeidsongeschiktheidsfonds, het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds en het Toeslagenfonds
Artikel
VIII
1
Alle vermogensbestanddelen van het Algemeen Werkloosheidsfonds, het Arbeidsongeschiktheidsfonds, het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds en het Toeslagenfonds gaan over op het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming, zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.
2
De vermogensbestanddelen van het Algemeen Werkloosheidsfonds, die ingevolge het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Algemeen Werkloosheidsfonds dat ingevolge artikel 103 van de Werkloosheidswet afzonderlijk door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming wordt beheerd en geadministreerd.
3
De vermogensbestanddelen van het Arbeidsongeschiktheidsfonds, die ingevolge het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds dat ingevolge artikel 72 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering afzonderlijk door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming wordt beheerd en geadministreerd.
4
De vermogensbestanddelen van het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds, die ingevolge het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds dat ingevolge artikel 34 van de Wet financiering volksverzekeringen afzonderlijk door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming wordt beheerd en geadministreerd.
5
De vermogensbestanddelen van het Toeslagenfonds, die ingevolge het eerste lid overgaan, gaan deel uitmaken van het Toeslagenfonds dat ingevolge artikel 31 van de Toeslagenwet afzonderlijk door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming wordt beheerd en geadministreerd.
6
De publiekrechtelijke rechten en verplichtingen van het Algemeen Werkloosheidsfonds, het Arbeidsongeschiktheidsfonds, het Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds en het Toeslagenfonds gaan over op het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming.
Hoofdstuk
6
Wijziging van bijzondere wetten
Artikel
IX
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
X
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XI
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XIII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XIV
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XV
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XVI
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XVII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XVIII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XIX
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XX
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXI
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXIII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXIV
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXV
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXVI
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXVII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXVIII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXIX
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXX
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXXI
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXXII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXXIII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXXIV
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXXV
Vervallen
Artikel
XXXVI
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXXVII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXXVIII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XXXIX
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XL
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XLI
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XLII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XLIII
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XLIV
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Artikel
XLV
Bevat wijzigingen in andere regelgeving.
Hoofdstuk
7
Overgangsrecht uitvoeringsbesluiten
Artikel
XLVI
1
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 10a van de Organisatiewet Sociale Verzekering, zoals laatstgenoemde wet luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet en zoals laatstgenoemd artikel wordt gewijzigd door artikel VIII van de Wet Terugdringing Ziekteverzuim, een algemene maatregel van bestuur in het Staatsblad is geplaatst, geldt deze algemene maatregel van bestuur als een algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 40, eerste lid, onderdeel d, van de Organisatiewet sociale verzekeringen.
2
De door Onze Minister gestelde regels op grond van artikel 3, artikel 23, zevende lid, en artikel 50f van de Organisatiewet Sociale Verzekering zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gelden als regels die door Onze Minister zijn gesteld op grond van onderscheidenlijk artikel 39, eerste lid, artikel 59, zevende lid, en artikel 96 van de Organisatiewet sociale verzekeringen.
Artikel
XLVII
De door de Sociale Verzekeringsraad gestelde regels op grond van
a.
artikel 7, artikel 9 en artikel 48 van de Organisatiewet Sociale Verzekering,
zoals deze luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gelden als regels die door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming zijn gesteld op grond van onderscheidenlijk
a.
artikel 64 tot en met 66 en artikel 38 van de Organisatiewet sociale verzekeringen,
zoals deze luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gelden als regels die door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming zijn gesteld en door het College van toezicht sociale verzekeringen zijn goedgekeurd op grond van onderscheidenlijk
zoals deze luidden op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, gelden als regels die door het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming zijn gesteld en door Onze Minister zijn goedgekeurd op grond van onderscheidenlijk
Een beslissing van de Sociale Verzekeringsraad op grond van artikel 8, eerste lid, van de Organisatiewet Sociale Verzekering, zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, geldt als een beslissing van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming op grond van artikel 65, tweede lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen.
2
Een beslissing van de Sociale Verzekeringsraad op grond van artikel 8, tweede lid, van de Organisatiewet Sociale Verzekering, zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, geldt als een beslissing van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming op grond van artikel 65, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen.
3
Een verzoek van een werkgever als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Organisatiewet Sociale Verzekering, zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, dat is gedaan aan de Sociale Verzekeringsraad wordt aangemerkt als een verzoek als bedoeld in artikel 65, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen dat is gedaan aan het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming.
4
Bij civielrechtelijke en administratiefrechtelijke procedures met betrekking tot beslissingen van de Sociale Verzekeringsraad als bedoeld in het eerste en tweede lid, treedt het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming in de plaats van de Sociale Verzekeringsraad, zonder dat daarvoor een betekening nodig is en met overneming van procureurstelling onderscheidenlijk aanwijzing van een gemachtigde.
Artikel
LII
De door de Sociale Verzekeringsraad gestelde regels op grond van
De Organisatiewet Sociale Verzekering en de Wet op de Sociale Verzekeringsbank worden ingetrokken.
Artikel
LIV
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel
LV
Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, R. L. O. Linschoten