Brandweerregeling burgerluchtvaartterreinen

Brandweerregeling Burgerluchtvaartterreinen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
alarmregeling:

het samenstel van maatregelen, dat is voorbereid, in geval van een ongeval of voorval op of in de onmiddellijke omgeving van het luchtvaartterrein;

b.
blusstof:

een vaste, vloeibare of gasvormige stof geschikt voor het blussen van branden;

c.
brandrisicoklasse:
  • 1.

    de risicoklassen waarin een luchtvaartterrein met betrekking tot de brandweervoorzieningen wordt ingedeeld aan de hand van het aantal en de afmetingen van de vliegtuigen welke van het luchtvaartterrein gebruik maken of

  • 2.

    de risicoklassen waarin een vliegtuig met betrekking tot de brandbestrijding wordt ingedeeld aan de hand van de totale lengte en rompbreedte van dat vliegtuig;

d.
brandweervoertuigen:

voertuigen, die voor het gebruik bij de brandweer op luchtvaartterreinen, zijn gebouwd, ingericht of uitgerust;

e.
brandweervoorzieningen:

het personeel en de middelen aanwezig op het luchtvaartterrein voor het redden van mens en dier en voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand bij ongevallen met luchtvaartuigen;

f.
gecontroleerd luchtvaartterrein:

een luchtvaartterrein, waar luchtverkeersleiding wordt gegeven aan luchtvaartterreinverkeer;

g.
meldingspost:

de plaats op het luchtvaartterrein waar alle berichten voor de brandweer binnenkomen en worden verwerkt;

h.
notice to airmen (NOTAM):

bericht aan luchtvarenden

i.
opkomsttijd:

het tijdsverloop tussen de eerste melding van een luchtvaartongeval aan de brandweer en de aankomst van de brandweervoorzieningen met de minimum vereiste capaciteit;

j.
onmiddellijke omgeving van het luchtvaartterrein:

een in overleg met de lokale overheid vastgesteld gebied buiten een luchtvaartterrein;

k.
svm:

schuimvormend middel voor de produktie van blusschuim;

l.
uitruksterkte:

brandweerpersoneel en -materieel benodigd om de repressieve taak naar behoren uit te kunnen voeren;

m.
vliegtuigbeweging:

een landing of opstijging van een vliegtuig

Artikel

2

Toepassing

De bepalingen in deze regeling zijn van toepassing op alle voor het openbaar luchtverkeer met burgerluchtvaartuigen aangewezen luchtvaartterreinen in Nederland, met uitzondering van terreinen welke uitsluitend zijn ingericht voor het gebruik van hefschroefvliegtuigen.

Artikel

3

Vaststelling alarmregeling

Artikel

4

Inwerkingtreding alarmregeling

Artikel

5

Bruikbaarheidstoets

Artikel

6

Brandrisicoklassen

Artikel

7

Brandweervoorzieningen; personeel

Artikel

8

Brandweervoorzieningen; materieel

Artikel

9

Afwijking

Artikel

10

Aanwezigheid brandweervoorzieningen

De vereiste brandweervoorzieningen zijn tijdens de openstellingsuren van het luchtvaartterrein en tenminste tot 15 minuten na de werkelijke vertrektijd van het laatste luchtvaartuig aanwezig.

Artikel

11

Blusstoffen

Artikel

12

Opkomsttijd

Artikel

13

Brandweerkazerne en meldingspost

Artikel

14

Uitrukgebied

Artikel

15

Grondafhandeling van luchtvaartuigen

Artikel

16

Rapportering

Artikel

16

Register

Artikel

17

Intrekking

De regeling van de directeur-generaal van 13 februari 1985, nr. LT/L/20565, wordt ingetrokken.

Artikel

18

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Artikel

19

Citeertitel

De regeling wordt aangehaald als volgt: Brandweerregeling Burgerluchtvaartterreinen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage C en D, die ter inzage worden gelegd bij de Directie Luchtvaartinspectie, Saturnusstraat 71 te Hoofddorp.

's-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A. Jorritsma-Lebbink

Bijlage

A

Brandweervoorzieningen; personeel

1

Algemeen

2

Aanstellings- en bevorderingseisen

3

Speciale opleiding

4

Examen

5

Onderhouden van kennis en bedrevenheid

6

Minimale opleidingseisen voor brandweerpersoneel op luchtvaartterreinen

Het personeel belast met de algehele leiding, de repressieve dienst en de minimale personele bezetting van de brandweer op een luchtvaartterrein dient te voldoen aan het gestelde in tabel 1 behorende bij deze bijlage.

Brandrisico klassen

Officier

Brandmeester

Onderbrandmeester*In het bezit van het certificaat module vliegtuigbrandbestrijding behorende bij het desbetreffende niveau

Hoofdbrandwacht*In het bezit van het certificaat module vliegtuigbrandbestrijding behorende bij het desbetreffende niveau

Brandwacht*In het bezit van het certificaat module vliegtuigbrandbestrijding behorende bij het desbetreffende niveau

Certificaat

Totaal

1 en 2 geen geregelde diensten

-

-

-

-

-

2xNiveau personeel belast met de algehele leiding

2

1 en 2 geregelde diensten

-

-

-

-

1xNiveau personeel belast met de algehele leiding

1

2

3

-

-

-

1xNiveau personeel belast met de algehele leiding

2

-

3

4

-

x Niveau personeel belast met de algehele leiding

1

1

2

-

4

5

-

x Niveau personeel belast met de algehele leiding

1

1

2

-

4

6

x Niveau personeel belast met de algehele leiding

1

-

2

4

-

7

7

x Niveau personeel belast met de algehele leiding

1

-

2

4

-

7

8

1xNiveau personeel belast met de algehele leiding

1

-

3

6

-

11

9

1xNiveau personeel belast met de algehele leiding

1

-

3

6

-

11

N.B. De minimale bemanning van een blusvoertuig, bestemd voor vliegtuigbrandbestrijding, bedraagt twee personen.

Bijlage

B

Brandweervoorzieningen; materieel

Brandrisicoklasse

Vliegtuig lengte in meters

Maximum rompbreedte in meters

Minimum hoeveelheid water voor schuimvorming in liters

Nevenblusstof

Blusvoertuigen

Type A

Type B

Poeder (kg)

CO₂ (kg)

Water

Afgifte cap. per minuut

Water

Afgifte cap. per minuut

1

0 tot 9

2

230

230

45

90

1

2

9 tot 12

2

670

550

90

180

1

3

12 tot 18

3

1200

900

135

270

1

4

18 tot 24

4

3600

2600

2400

1000

135

270

1

5

24 tot 28

4

8100

4500

5400

3000

180

360

1

6

28 tot 39

5

11800

6000

7900

4000

225

450

2

7

39 tot 49

5

18200

7900

12100

5300

225

450

2

8

49 tot 61

7

27300

10800

18200

7200

450

500

3

9

61 tot 76

7

36400

13500

24300

9000

450

900

3

  • De brandrisicoklasse waarin een vliegtuig wordt ingedeeld is ten eerste afhankelijk van de lengte van dat vliegtuig en ten tweede van de rompbreedte. Indien de rompbreedte van het vliegtuig groter is dan de bij de lengte aangegeven maximum rompbreedte wordt het vliegtuig één klasse hoger ingedeeld.

  • Het schuimvormend middel moet voldoen aan de kwalificaties zoals gesteld in bijlage C.

  • Het schuimvormend middel op luchtvaartterreinen in de brandrisicoklassen 1 t/m 3 moeten ten alle tijden voldoen aan de kwalificatie van type B.

  • De hoeveelheid water voor schuimvorming voor luchtvaartterreinen in de brandrisicoklasse 3 t/m 9 mag bij gebruik van type A tot een totaal van 30% en de hoeveelheid water voor schuimvorming voor luchtvaartterreinen in de brandrisicoklasse 1 t/m 2 mag tot een totaal van 100% worden vervangen door een nevenblusmiddel.

  • De vervangingswaarden die bij bovengenoemd punt 4 in acht moet worden genomen zijn: 1 liter water voor schuim kwaliteit A = 0,66 liter water voor schuim kwaliteit B = 1 kg bluspoeder = 2 kg CO2.

Bijlage

C

Kwaliteit blusstoffen

Overgenomen uit ICAO document:

Doc 9137-AN/898, Part 1

Airport Services Manual, Part 1

Rescue and Fire Fighting

Hoofdstuk 8: Extinguishing Agent Characteristics

Appendix 3: UNI 86 Foam Nozzle

Bijlage D

Vervallen