Regeling VFR-nachtvluchten en minimum vlieghoogten voor militaire luchtvaartuigen

De Staatssecretaris van Defensie
Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat;

Paragraaf

1

Beperking van VFR-vluchten

VFR-nachtvluchten

Artikel

1

Aan gezagvoerders van militaire luchtvaartuigen behorend tot de Nederlandse strijdkrachten en aan door de Staatssecretaris van Defensie aan te wijzen luchtvaartuigen behorend tot bondgenootschappelijke strijdkrachten wordt, onverminderd het bepaalde in de artikelen 2 en 12, vrijstelling verleend van het gestelde in artikel 44, eerste lid, onder a, van het Luchtverkeersreglement mits de volgende voorschriften en bepalingen in acht worden genomen:

  • a.

    De vluchten worden uitgevoerd conform de regels die gelden voor een gecontroleerde vlucht, met dien verstande dat voor vluchten met hefschroefvliegtuigen waarbij gebruik wordt gemaakt van nachtzichtapparatuur door de Chef van het militaire luchtverkeersleidingscentrum Nieuw Milligen een afwijking van deze voorwaarde kan worden toegestaan in een gebied dat horizontaal en verticaal is begrensd.

  • b.

    Tijdens de vlucht worden gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel mensenverzamelingen, zoveel mogelijk vermeden.

  • c.

    De vluchten worden uitgevoerd met inachtneming van de in de artikelen 2 en 12 vermelde zichtweersomstandigheden en minimum vlieghoogten.

Zichtweersomstandigheden

Artikel

2

Paragraaf

2

Minimum VFR-vlieghoogte

Vaststelling minimum VFR-vlieghoogte

Artikel

3

De minimum vlieghoogte, bedoeld in artikel 45, eerste lid, onder b, van het Luchtverkeersreglement bedraagt 300 meter (1000 voet) voor militaire vliegtuigen, met uitzondering van het Waddenzee-gebied waarvoor een minimum vlieghoogte geldt van 450 meter (1500 voet) en met uitzondering van militaire straalvliegtuigen in het luchtverkeersdienstverleningsgebied met klasse G, waarvoor een minimum vlieghoogte geldt van 365 meter (1200 voet).

Laagvliegroutes straal- en transportvliegtuigen

Artikel

4

Laagvlieggebieden en -routes ten behoeve van militaire hefschroefvliegtuigen en voor opleidingsdoeleinden bestemde propellervliegtuigen

Artikel

5

Vrijstelling

Minimum vlieghoogte boven zee

Artikel

7

De in artikel 6 bedoelde vrijstelling geldt boven zee, hieronder niet begrepen het Waddenzee-gebied, met inachtneming van een minimum vlieghoogte van 30 meter (100 voet), of zoveel lager als door het doel van de vlucht wordt vereist, en de volgende voorwaarden:

  • a.

    De vlucht wordt uitgevoerd ten minste 1852 meter (1 NM) uit de kustlijn.

  • b.

    Hindernissen worden vermeden.

Minimum vlieghoogte militaire hefschroefvliegtuigen

Artikel

8

De in artikel 6 bedoelde vrijstelling wordt aan gezagvoerders van militaire hefschroefvliegtuigen behorende tot of in gebruik bij de Nederlandse of bondgenootschappelijke strijdkrachten verleend voor het uitvoeren van een VFR-vlucht waarbij de volgende minimum vlieghoogten in acht worden genomen:

  • a.

    Boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen dan wel boven mensenverzamelingen: tenminste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig, voor zover het doel van de vlucht dit vereist.

  • b.

    Elders dan onder a aangegeven: ten minste 50 meter (150 voet) boven grond of water.

Oefeningen van militaire straalvliegtuigen met niet-vliegende eenheden

Artikel

9

Minimum vlieghoogte voor opleidingsdoeleinden bestemde propellervliegtuigen

Artikel

10

De in artikel 6 bedoelde vrijstelling wordt aan gezagvoerders van voor opleidingsdoeleinden bestemde propellervliegtuigen behorende tot of gebruikt voor de Nederlandse strijdkrachten verleend voor het uitvoeren van een VFR-vlucht boven de in artikel 8, onder b, bedoelde gebieden waarbij een minimum vlieghoogte van 150 meter (500 voet) boven grond of water in acht wordt genomen.

Oefeningen van militaire hefschroefvliegtuigen en voor opleidingsdoeleinden bestemde propellervliegtuigen met niet-vliegende eenheden

Artikel

11

Minimum vlieghoogte VFR-nachtvluchten

Artikel

12

De in artikel 6 bedoelde vrijstelling geldt voor gezagvoerders van militaire luchtvaartuigen behorend tot de Nederlandse strijdkrachten en aan door de Staatssecretaris van Defensie aan te wijzen luchtvaartuigen behorend tot bondgenootschappelijke strijdkrachten voor de in artikel 1 bedoelde VFR-nachtvluchten indien de volgende minimum vlieghoogte in acht wordt genomen:

  • a.

    Boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, danwel mensenverzamelingen: ten minste 300 meter (1000 voet), voor hefschroefvliegtuigen 210 meter (700 voet), boven de hoogste hindernissen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig,

  • b.

    Elders dan onder a aangegeven:

  • 1º.

    Voor vastvleugelige luchtvaartuigen:

    • a.

      ten minste 300 meter (1000 voet) boven grond of water;

    • b.

      ten minste 150 meter (500 voet) boven grond of water voor vluchten bedoeld in artikel 2, tweede lid;

    • c.

      ten minste 100 meter (300 voet) boven water of zoveel lager als door het doel van de vlucht is vereist.

  • 2º.

    Voor hefschroefvliegtuigen:

    • a.

      ten minste 30 meter (100 voet) boven grond of water of zoveel lager als door het doel van de vlucht wordt vereist, voor vluchten als bedoeld in artikel 2, vijfde lid;

    • b.

      ten minste 75 meter (250 voet) boven hindernissen op de routes van en naar de in artikel 2, vijfde lid genoemde oefengebieden;

    • c.

      ten minste 100 meter (300 voet) boven grond of water of zoveel lager als door het doel van de vlucht wordt vereist.

Paragraaf

3

Overige bepalingen

Artikel

13

De besluiten van de Chef van de Marinestaf en van de Chef van de Luchtmachtstaf van 1 juli 1987, nr. 094.385/070.039 en van 27 september 1988, nr. 099.295/070.039 worden ingetrokken.

Artikel

14

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.

Artikel

15

Deze regeling wordt aangehaald als:

Regeling VFR-nachtvluchten en minimum vlieghoogten voor militaire luchtvaartuigen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Defensie, J.C.Gmelich Meijling