Besluit van 23 januari 1995, houdende regelen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962

Besluit milieutoelatingseisen bestrijdingsmiddelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 31 mei 1994, nr. MJZ 31594013, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gezien het advies van de Bestrijdingsmiddelencommissie;
De Raad van State gehoord (advies van 25 oktober 1994, nr. W08.94 0348);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 januari 1995, nr. MJZ 19195027, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    gebruiksvoorschriften: krachtens artikel 5, tweede of vijfde lid, of artikel 9, tweede lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 gegeven voorschriften;

  • b.

    LC50: concentratie van een stof in milligram per liter, waarbij 50% van de in beschouwing genomen testorganismen sterft;

  • c.

    NOEC: de hoogste concentratie van een stof in een toxiciteitstoets waarbij geen effect wordt waargenomen;

  • d.

    EC50: concentratie van een stof in milligram per liter, waarbij 50% van de in beschouwing genomen proefdieren een effect vertoont;

  • e.

    DT50: tijd die nodig is voor de omzetting van 50% van een hoeveelheid van een stof;

  • f.

    omzetting: verandering in de chemische struktuur van een werkzame stof als gevolg van biologische, microbiologische of chemische reacties;

  • g.

    omzettingsprodukt: stof die als gevolg van omzetting uit een of meer werkzame stoffen ontstaat;

  • h.

    grondgebonden residu: residu in de bodem, afkomstig van toegepaste gewasbeschermingsmiddelen die niet kunnen worden geëxtraheerd met methoden die de chemische aard van het residu niet significant veranderen;

  • i.

    MTR: maximaal toelaatbaar risiconiveau waarbij het voortbestaan van 95% van de soorten binnen een ecosysteem volledig wordt gewaarborgd;

  • j.

    grondwater: water beneden het grondoppervlak, beperkt tot water beneden de grondwaterspiegel, niet zijnde een schijnspiegel;

  • k.

    Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel

2

Dit besluit is van toepassing op de toelating van gewasbeschermingsmiddelen met uitzondering van:

Artikel

3

Artikel

4

§

2

Persistentie in de bodem

Artikel

5

§

3

Uitspoeling naar het grondwater

Artikel

6

§

4

Risico voor waterorganismen

Artikel

7

§

4a

Overige milieucriteria

§

5

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

8

Het gewasbeschermingsmiddel voldoet ten minste aan de bij regeling van Onze Minister vastgestelde normen met betrekking tot de in de artikelen 5 tot en met 7a genoemde milieucriteria.

Artikel

9

Op volledige aanvragen om toelating van een gewasbeschermingsmiddel, die zijn ingediend voor de datum van publikatie van dit besluit in het Staatsblad, zijn de bepalingen inzake de toelatingseisen voor gewasbeschermingsmiddelen van toepassing zoals die golden onmiddellijk voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel

10

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop artikel I, onderdelen D, voor zover het betreft artikel 3, eerste lid, en tweede lid, aanhef en onderdeel b, E en J, aanhef en onderdeel 1, van de Wet van 15 december 1994 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie richtlijn gewasbeschermingsmiddelen) (Stb. 1995, nr. 4) in werking treedt.

Artikel

12

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit milieutoelatingseisen bestrijdingsmiddelen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Margaretha de Boer
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Bijlage

behorende bij het Besluit milieutoelatingseisen bestrijdingsmiddelen

De lijst bedoeld in artikel 8, tweede lid, luidt als volgt:

  • 1.

    chloorfenvinfos

    chloorpyrifos

    dichloorvos

    mevinfos

    metolachloor

  • 2.

    bentazon

    diazinon

    dithianon

    malathion

  • 3.

    alfacypermethrin

    carbaryl

    esfenvaleraat

    fenpropathrin

    permethrin

  • 4.

    aldicarb

    azocyclotin

    cyhexatin

    fenbutatinoxide

    pyrimifos methyl

    chloorthalonil

    fenarimol

    nuarimol

  • 5.

    captan

    furalaxyl

    metalaxyl

    thiabendazool

    penconazool

  • 6.

    maneb

    mancozeb

    zineb

    metiram

    thiram

    fentin-acetaat

    fentin-hydroxide

  • 7.

    atrazin

    cyanazin

    cyromazin

    dichlobenil

    simazin

  • 8.

    fonofos

    fosalone

    methidathion

    parathion-ethyl

    pyrazofos

    triazofos

  • 9.

    dichloorprop-p

    dinoterb

    mecoprop-p

    pendimethalin

    quinmerac

    sethoxydim

  • 10.

    bupirimaat

    buprofezin

    daminozide

    deltamethrin

    flucycloxuron

    paclobutrazol