Regeling aanwijzing gebieden voor luchtverkeersdienstverlening door buitenlandse instanties

De Ministers van Verkeer en Waterstaat en Defensie,
Gelezen de brief van de Régie des Voies Aériennes van 31 oktober 1994;
Gelet op artikel 16, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Wet Luchtverkeer;

Besluiten:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    operational air traffic (OAT): vluchten die worden uitgevoerd onder militair gezag en die in principe niet worden uitgevoerd volgens de regels en procedures vastgesteld door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie;

  • b.

    TCC/RP Semmerzake: traffic control centre / RP Semmerzake;

Artikel

2

Als gebied waar aan het luchtverkeer, met uitzondering van OAT, luchtverkeersdienstverlening wordt gegeven door Brussel ACC wordt aangewezen het gebied als aangegeven in bijlage A, en deel uitmakend van de Amsterdam UTA, met een ondergrens van FL 195 en een bovengrens van FL 245, voor zover lateraal begrensd door:

  • de noordgrens: een lijn tussen de posities:

    51 00 00 NB 005 46 02 OL, en

    51 00 00 NB 005 54 17 OL

  • de oost-, zuid- en westgrens: de grenzen van het vluchtinformatiegebied Amsterdam.

Artikel

3

Als gebied waar aan het luchtverkeer luchtverkeersdienstverlening wordt gegeven door TCC/RP Semmerzake wordt aangewezen het gebied als aangegeven in bijlage B, en deel uitmakend van de Amsterdam UTA, met een ondergrens van FL 195 en een bovengrens van FL 245, voor zover lateraal begrensd door:

  • de noordgrens: een lijn tussen de posities:

    51 15 21 NB 005 33 24 OL, en

    51 14 46 NB 006 04 48 OL

  • de zuidgrens: een lijn tussen de posities:

    51 00 00 NB 005 46 02 OL, en

    51 00 00 NB 005 54 17 OL

  • de oost- en westgrens: de grenzen van het vluchtinformatiegebied Amsterdam.

Artikel

3a

Artikel

4

Als gebied waar aan het luchtverkeer, met uitzondering van OAT, luchtverkeersdienstverlening wordt gegeven door Brussel ACC wordt aangewezen het gebied als aangegeven in bijlage C, en deel uitmakend van de Maastricht TMA 1 en 2, met een ondergrens van FL 95 en een bovengrens van FL 195, voor zover lateraal begrensd door:

  • de noordgrens: een lijn tussen de posities:

    51 00 00 NB 005 46 02 OL, en

    51 00 00 NB 005 54 17 OL

  • de oost-, zuid- en westgrens: de grenzen van het vluchtinformatiegebied Amsterdam.

Artikel

5

Artikel

5a

  • de noordgrens: een cirkel van 5 nautische mijlen rond positie 51 13 48 NB 005 36 12 OL, en

  • de zuidgrens: de grens van het vluchtinformatiegebied Amsterdam.

Artikel

6

Artikel

6a

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

7

Artikel

8

Als gebied waar aan naderend IFR-verkeer voor baan 09 van het luchtvaartterrein Brüggen, luchtverkeersdienstverlening wordt gegeven door Düsseldorf ACC wordt aangewezen het gebied als aangegeven in bijlage G, en deel uitmakend van de Maastricht TMA 1, met een ondergrens van 1500 ft MSL en een bovengrens van 2500 ft MSL, voor zover lateraal begrensd door:

  • de noordgrens: een lijn tussen de posities

    51 15 05 NB 005 50 02 OL, en

    51 14 46 NB 006 04 48 OL

  • de oostgrens: de grens van het vluchtinformatiegebied Amsterdam, in zuidelijke richting tot de positie 51 08 10 NB 006 06 05 OL

  • de zuidgrens: een lijn tussen de posities

    51 08 10 NB 006 06 05 OL, en

    51 06 42 NB 005 50 02 OL

  • de westgrens: een lijn vanuit de positie 51 06 42 NB 005 50 02 OL, via de grens van het vluchtinformatiegebied Amsterdam naar de positie 51 09 19 NB 005 50 02 OL en in noordelijke richting naar 51 15 05 NB 005 50 02 OL.

Artikel

9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant en werkt terug tot en met 2 maart 1995.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de Directie Luchtvaartinspectie, bibliotheek, Saturnusstraat 71, Hoofddorp.

's-Gravenhage
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
namens deze, het hoofd Juridische en Bestuurlijke Zaken van de Rijksluchtvaartdienst, J.S. vanDam,
De Minister van Defensie,
Voor deze, het hoofd van de Afdeling Ondersteunende Operatiën van de Directie Operatiën Koninklijke Luchtmacht, J. vanHarmelen(Kolonel)

Bijlage

A

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Bijlage

B

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Bijlage

C

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Bijlage

D

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Bijlage

E

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Bijlage

F

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Bijlage

G

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Bijlage

BB

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Bijlage

DD

behorende bij artikel 5a van de regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Defensie van 3 maart 1995, nr. DGRLD/JBZ/95002008, houdende aanwijzing gebieden voor luchtverkeersdienstverlening door buitenlandse instanties (Stcrt. 76)

Nederlands deel van de Kleine-Brogel CTR

Bijlage

EE

behorende bij artikel 6a van de Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Defensie van 3 maart 1995, nr DGRLD/JBZ/95.002008, houdende aanwijzing gebieden voor luchtverkeersdienstverlening door buitenlandse instanties (Stcrt. 76)

Onderdeel van E, behorende bij artikel 5 en artikel 16, tweede lid van de Regeling luchtverkeersdienstverlening Plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden