Wet van 16 maart 1995, houdende regelen met betrekking tot de vervaardiging, het in de handel brengen en de in-, uit- en doorvoer van bepaalde chemicaliën ter voorkoming van misbruik

Wet voorkoming misbruik chemicaliën

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van richtlijn 92/109/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1992 inzake de vervaardiging en het in de handel brengen van bepaalde stoffen die worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (PbEG L 370) en in verband met de uitvoering van verordening (EEG) nr. 3677/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1990, houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (PbEG L 357) noodzakelijk is bij de wet regelen te stellen ten aanzien van de vervaardiging en het in de handel brengen van bepaalde chemicaliën alsmede ten aanzien van de op het terrein van in-, uit- en doorvoer te verlenen vergunningen en de sanctionering van de overtreding van de bepalingen van de verordening;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Algemene bepaling

Artikel

1

Artikel

2

Deelnemers aan het handelsverkeer en personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder e, van de verordening stellen Onze Minister onverwijld in kennis van alle voorvallen die doen vermoeden dat geregistreerde stoffen die in de handel zullen worden gebracht, zullen worden vervaardigd of voor de in-, uit-, of doorvoer zijn bestemd, misbruikt kunnen of zullen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen.

§

2

Handelsverkeer binnen de Gemeenschap

Artikel

3

Het vervaardigen of in de handel brengen van geregistreerde stoffen van categorie 1 van bijlage I bij de richtlijn zonder vergunning van Onze Minister is verboden.

Artikel

4

Een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3 stelt de desbetreffende geregistreerde stoffen slechts ter beschikking van personen, rechtspersonen daaronder begrepen, of instellingen, die behoren tot een bij ministeriële regeling aangewezen categorie van personen of instellingen.

Artikel

5

Het is aan anderen dan houders van een vergunning als bedoeld in artikel 3 en aan personen of instellingen als bedoeld in artikel 4 verboden geregistreerde stoffen van categorie 1 van bijlage I bij de richtlijn voorhanden te hebben.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

De deelnemers aan het handelsverkeer dragen zorg dat de geregistreerde stoffen van de categorieën 1 en 2, alvorens zij in de handel worden gebracht, in elk geval zijn voorzien van een etiket, waarop de naam van de betrokken stof is aangebracht zoals deze is vermeld in bijlage I van de richtlijn.

Artikel

9

De deelnemers aan het handelsverkeer die betrokken zijn bij de vervaardiging of het in de handel brengen van geregistreerde stoffen van categorie 2 van bijlage I bij de richtlijn, verstrekken aan Onze Minister een opgave van de adressen van de bedrijfsruimten waar zij deze stoffen vervaardigen of van waaruit zij deze stoffen verhandelen. Zij brengen wijzigingen daarin ter kennis van die minister.

§

3

Handelsverkeer met landen buiten de Gemeenschap

Artikel

10

Het is verboden te handelen in strijd met voorschriften gesteld bij of krachtens:

  • a.

    artikel 2 bis, eerste lid, eerste volzin, van de verordening;

  • b.

    artikel 4, eerste lid, van de verordening;

  • c.

    artikel 2, artikel 2 bis, tweede lid, artikel 4, zesde lid, eerste alinea en tweede alinea, eerste volzin, artikel 5, eerste lid, tweede lid, derde lid, eerste en tweede alinea, en artikel 5 bis, eerste en tweede lid, van de verordening.

Artikel

11

Artikel

12

Onze Minister kan het binnenbrengen van een in de bijlage bij de verordening opgenomen stof in Nederland van buiten het grondgebied van de Gemeenschap of het verlaten van een dergelijke stof uit Nederland naar buiten het douanegebied van de Gemeenschap verbieden indien hij redelijkerwijs kan vermoeden dat zij bestemd zijn voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen. Het is verboden te handelen in strijd met een zodanig verbod.

§

4

Toezicht

Artikel

13

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

§

5

Slotbepalingen

Artikel

21

Van een wijziging van een bijlage bij de richtlijn wordt door Onze Minister onverwijld mededeling gedaan in de Staatscourant met vermelding van het tijdstip waarop zij voor de toepassing van deze wet in werking treedt.

Artikel

22

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

25

Deze wet wordt aangehaald als: Wet voorkoming misbruik chemicaliën.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Staatssecretaris van Economische Zaken, A. van Dok-Van Weele
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager