Regeling toekenning specifieke premierechten zoogkoeienhouders

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op de artikelen 4a, 4d en 4f van Verordening (EEG) nr. 805/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1968 (PbEG L 148) en de ter uitvoering daarvan vastgestelde Verordening (EEG) nr. 3886/92 van de Europese Commissie van 23 december 1992 (PbEG L 391).
Voorts gelet op de artikelen 15, 27 en 28 van de Landbouwwet;
Gezien het advies van het Landbouwschap en het Produktschap voor Vee en Vlees;

Besluit:

Artikel

1

Deze regeling neemt de begrippen van de Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993 over en verstaat voorts onder:

a.
regeling:

Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993;

b.
premierechten:

rechten, bedoeld in de artikelen 4 en 16 van de regeling;

c.
specifieke premierechten:

rechten, bedoeld in artikel 7 van de regeling;

d.
aanvullende premierechten:

de rechten, bedoeld in artikel 17 van de regeling.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De Minister beslist op de aanvraag.

Artikel

7

Artikel

8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

9

Deze regeling wordt aangehaald als: ’Regeling toekenning specifieke premierechten zoogkoeienhouders’.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J.J. vanAartsen