Bijdrageregeling wateroverlast zorgsector 1995

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

Paragraaf

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

  • 1°.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

    • b.

      bijdrage: de bijdrage, bedoeld in artikel 3;

    • c.

      schadegebied: het schadegebied, omschreven in bijlage 11De bijlagen zijn hier niet opgenomen. Ze kunnen worden ingezien bij de bibliotheek van het ministerie van VWS, Sir Winston Churchilllaan 365, 's-Gravenhage;

    • d.

      instelling:

      • 1°.

        een instelling als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Algemene wet bijzondere ziektenkosten;

      • 2°.

        een instelling als bedoeld in artikel 1, onder e, van de Ziekenfondswet;

      • 3°.

        een instelling die op grond van artikel 39, derde lid, onder h, van de Wet financiering volksverzekeringen door de Ziekenfondsraad gesubsidieerd wordt;

      • 4°.

        een instelling die op grond van artikel 9 van de Welzijnswet 1994 door de minister gesubsidieerd wordt;

      • 5°.

        een bejaardenoord als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op de bejaardenoorden;

      • 6°.

        een voorziening als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Wet op de jeugdhulpverlening, of

      • 7°.

        een kinderopvangvoorziening ten behoeve waarvan gemeenten een stimuleringsuitkering ontvingen ingevolge artikel 14 van de Welzijnswet, zoals dat luidde vóór de inwerkingtreding van de Welzijnswet 1994.

Paragraaf

2

Bijdrage

Artikel

2

De minister verstrekt op aanvraag een bijdrage aan een in het schadegebied gelegen instelling indien de instelling schade heeft geleden als direct gevolg van de hoge waterstanden in het stroomgebied van Maas en Rijn in de maanden januari en februari 1995.

Artikel

3

De bijdrage bestaat uit:

  • a.

    een tegemoetkoming in de schade aan activa en in de kosten van beschermingsmaatregelen;

  • b.

    een vergoeding van de evacuatiekosten.

Artikel

4

Artikel

5

Paragraaf

3

Aanvraag

Artikel

6

Artikel

7

De minister beslist binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Indien niet binnen dertien weken kan worden besloten, wordt de aanvrager daarvan in kennis gesteld en wordt een redelijke termijn genoemd waarop de beslissing tegemoet kan worden gezien.

Artikel

8

Artikel

9

In een toewijzende beslissing wordt vermeld:

  • a.

    het in aanmerking te nemen schadebedrag, vastgesteld overeenkomstig artikel 5;

  • b.

    de in aanmerking te nemen kosten, vastgesteld overeenkomstig artikel 5;

  • c.

    de ontvangsten van derden en de niet gemaakte kosten waarmede het schadebedrag met toepassing van artikel 5, zesde lid, is verminderd;

  • d.

    de hoogte van de bijdrage.

Paragraaf

4

Verplichtingen van de aanvrager

Artikel

10

Artikel

11

De aanvrager is verplicht te voldoen aan hetgeen door de minister wordt verzocht, voor zover dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van deze regeling, omtrent:

  • a.

    het verlenen van inzage van gegevens en bescheiden,

  • b.

    het maken van kopieën van de onder a. bedoelde gegevens en bescheiden en

  • c.

    het verlenen van medewerking aan het verstrekken van gegevens door anderen.

Paragraaf

5

Slotbepalingen

Artikel

12

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

13

Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling wateroverlast zorgsector 1995.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport a.i., J.J.C.Voorhoeve