Artikel
1
De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van het Loodsplichtbesluit 1995 is:
-
a.
voor zover het betreft scheepvaartwegen in beheer bij het Rijk:
-
1°
de Commandant der Maritieme Middelen Den Helder, dan wel de officier die hem als zodanig vervangt, voor de scheepvaartwegen Schulpengat, Molengat, Rede van Den Helder, de Marinehaven Willemsoord, de Rijkszeehaven het Nieuwe Diep en de Veerhaven van Den Helder, waarvan de westelijke begrenzing wordt gevormd door een lijn door de geografische punten:
-
1°52°52’.90 NB, 04°42’.95 OL (licht-opstand ’Grote Kaap’);
-
2°52°52’.95 NB, 04°38’.00 OL;
-
3°52°54’.70 NB, 04°34’.80 OL;
-
4°52°56’.80 NB, 04°33’.90 OL;
-
5°53°00’.30 NB, 04°35’.45 OL;
-
6°53°03’.65 NB, 04°39’.35 OL;
-
7°53°03’.80 NB, 04°43’.45 OL (paal 15, Texel);
en waarvan de oostelijke begrenzing wordt gevormd door een lijn door de geografische punten:
-
8°53°01’.45 NB, 04°48’.75 OL;
-
9°53°00’.75 NB, 04°50’.80 OL;
-
10°52°59’.75 NB, 04°52’.35 OL;
-
11°52°59’.30 NB, 04°52’.65 OL;
-
12°52°58’.28 NB, 04°50’.00 OL;
-
13°52°57’.90 NB, 04°48’.18 OL;
-
-
2°
de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., voor zover het betreft de scheepvaartwegen in beheer bij het Rijk benedenstrooms van kilometerraai 991,7 van de Nieuwe Maas en benedenstrooms van kilometerraai 998 van de Oude Maas;
-
3°
de Rijkshavenmeester Westerschelde, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990, voor het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied begrensd door een lijn die loopt van de positie 51°42’.6 NB, 03°41’.6 OL, naar 51°39’.1 NB, 03°19’.7 OL, vandaar naar 51°33’.7 NB, 03°10’.0 OL, vandaar naar 51°22’.4 NB, 02°58’.2 OL, en vandaar naar 51°22’.3 NB, 03°21’.8 OL, de Westerschelde en het kanaal van Gent naar Terneuzen, met inbegrip van de Axelse Sassing;
-
4°
het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied, voor het gedeelte van de territoriale zee met een straal van 12 zeemijlen vanuit de koppen der havenhoofden te IJmuiden, de IJ-Geul, de buitenhaven van IJmuiden, het Noorder- en Zuiderbuitenkanaal, het verbindingskanaal daartussen en de buitentoeleidingskanalen naar de Noordzeesluizen te IJmuiden, alsmede het buitenspuikanaal, de Noordzeesluizen te IJmuiden, de binnentoeleidingskanalen naar de Noordzeesluizen te IJmuiden, de 1e, 2e en 3e Rijksbinnenhaven, het binnenspuikanaal en de Staalhaven, alsmede het binnenspuikanaal te IJmuiden, zijkanaal A naar Beverwijk en zijkanaal G naar Zaandam tot aan de Dr. J.M. den Uyl brug, het Noorzeekanaal en het IJ, voor zover gelegen ten westen van kilometerraai 21.250 en de aan de genoemde scheepvaartwegen gelegen havenbekkens, voorzover die in beheer zijn bij het Rijk.
-
5°
de betreffende hoofdingenieur-directeur van het directoraat-generaal Rijkswaterstaat voor de overige scheepvaartwegen.
-
1°
-
b.
voor zover het betreft scheepvaartwegen in beheer bij een ander openbaar lichaam: de ambtenaar die door het bestuur van het betreffende openbare lichaam wordt aangewezen voor de zorg voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer;
-
c.
voor zover het betreft scheepvaartwegen niet in beheer bij enig openbaar lichaam: de ambtenaar die door het bestuur van de gemeente waarin de scheepvaartweg is gelegen wordt aangewezen voor de zorg voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer.