Besluit van 14 september 1995, houdende vaststelling van het Tariefbesluit Pachtwet 1995
Tariefbesluit Pachtwet 1995
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 8 mei 1995, No. J. 956340, Directie Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;
De Raad van State gehoord (advies van 27 juni 1995, No. W11.95.0259);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 september 1995, No. J. 9511295, Directie Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel
1
Voor de behandeling van een verzoek tot:
a.
goedkeuring van een pachtovereenkomst of ontwerp-pachtovereenkomst;
b.
goedkeuring van een overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst, waarbij de tegenprestatie wordt gewijzigd, of een ontwerp van zodanige overeenkomst;
wordt een recht geheven van 5% van de jaarlijkse door de grondkamer goedgekeurde, gewijzigde of herziene tegenprestatie, met een minimum van f 100,- en een maximum van f 900,-.
Artikel
2
Indien binnen twee maanden nadat een ontwerp-pachtovereenkomst of een ontwerp-overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst is goedgekeurd, een overeenkomst wordt ingezonden, die gelijk is aan de reeds goedgekeurde ontwerp-overeenkomst, wordt voor de behandeling van een verzoek tot goedkeuring daarvan een recht geheven van f 100,-.
Artikel
3
In geval van toetsing van een pachtovereenkomst of van een overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst op grond van artikel 11 derde lid, van de Pachtwet, is artikel 1 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat het recht verschuldigd is door degene, die de schriftelijke vastlegging, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Pachtwet, heeft gevorderd.
Artikel
4
Voor de behandeling van een verzoek als bedoeld in artikel 56c, eerste lid, van de Pachtwet, wordt een recht geheven van 0,5% van de getaxeerde waarde met een minimum van f 250,-.
Voor de behandeling van een verzoek tot goedkeuring van een overeenkomst tot beëindiging van een pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 10 van de Pachtwet, wordt een recht geheven van f 100,-.
Artikel
7
Voor de behandeling van niet in de voorgaande artikelen genoemde verzoeken wordt een recht geheven van f 100,-.
Artikel
8
Worden met betrekking tot dezelfde pachtovereenkomst verscheidene verzoeken gelijktijdig bij de grondkamer ingediend, dan wordt van de rechten, die bij afzonderlijke behandeling voor elk van deze verzoeken zouden worden geheven, slechts het hoogste geheven.
Artikel
9
Het op grond van dit besluit te heffen recht wordt naar boven afgerond op hele guldens.
Artikel
10
1
Voor het instellen van beroep bij de Centrale Grondkamer wordt een recht geheven van f 125,-.
2
Voor het instellen van beroep bij de Centrale Grondkamer op grond van artikel 110 van de Pachtwet, wordt geen recht geheven.
Artikel
11
Afschriften van ter goedkeuring ingediende overeenkomsten en van beschikkingen die niet reeds ambtshalve aan partijen zijn toegezonden, worden door de grondkamer of de Centrale Grondkamer verstrekt tegen betaling van f 2,- per bladzijde en van portokosten.
Artikel
12
Voor de behandeling van verzoeken en beroepen, die zijn ingediend en ingesteld vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, wordt het recht geheven dat gold ten tijde van de indiening van het verzoek of instellen van dat beroep.
Artikel
13
Het Tariefbesluit Pachtwet 1974 wordt ingetrokken.
Artikel
14
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Artikel
15
Dit besluit wordt aangehaald als: Tariefbesluit Pachtwet 1995.
Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,J. J. van Aartsen