Besluit van 21 september 1995, houdende een algemene maatregel van bestuur tot het vaststellen van nadere onderhoudsvoorwaarden voor het toekennen van kinderbijslag

Besluit onderhoudsvoorwaarden kinderbijslag

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 juni 1995, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/VP/95/3100;
De Raad van State gehoord (advies van 8 augustus 1995, nr. W12.95.0324);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 september 1995, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/VP/95/4232;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Algemene Kinderbijslagwet;

  • b.

    kind: een eigen kind, een aangehuwd kind of een pleegkind;

  • c.

    inkomen van het kind: het inkomen van het kind vastgesteld bij of krachtens artikel 9 van de wet;

  • d.

    onderhoud van het kind:

    • 1°.

      de kosten die noodzakelijkerwijs verband houden met het levensonderhoud van het kind alsmede de kosten die noodzakelijkerwijs verband houden met het volgen van onderwijs of een beroepsopleiding door dat kind;

    • 2°.

      de reiskosten die een verzekerde maakt om een kind, dat in verband met ziekte of gebreken niet tot zijn huishouden behoort, te bezoeken.

Artikel

2

Artikel

3

De verzekerde onderhoudt een kind in belangrijke mate indien:

  • a.

    het kind jonger is dan 16 jaar, het niet tot zijn huishouden behoort en het inkomen van het kind minder dan f 3142,- per 1 januari 2002: € 1.606 per kwartaal bedraagt;

  • b.

    het kind 16 jaar of ouder doch jonger dan 18 jaar is, het

    • 1°.

      tot zijn huishouden behoort en het inkomen van het kind minder dan f 2219,- per 1 januari 2002: € 1.135 per kwartaal bedraagt;

    • 2°.

      niet tot zijn huishouden behoort en het inkomen van het kind minder dan f 3142,- per 1 januari 2002: € 1.606per kwartaal bedraagt.

Artikel

4

De verzekerde onderhoudt een kind grotendeels indien het kind 16 jaar of ouder doch jonger dan 18 jaar is, het niet tot zijn huishouden behoort en het inkomen van het kind ten hoogste f 1935,-per 1 januari 2002: € 989 per kwartaal bedraagt.

Artikel

5

Artikel

6

In afwijking van artikel 5 onderhoudt een verzekerde een kind dat jonger is dan 16 jaar en dat door of in verband met het volgen van onderwijs of een beroepsopleiding, niet tot zijn huishouden behoort of in verband met ziekte of gebreken vermoedelijk het eerstkomende jaar niet tot zijn huishouden zal behoren:

  • a.

    in belangrijke mate indien het inkomen van dat kind minder dan f 3142,- per 1 januari 2002: € 1.606 per kwartaal bedraagt en hij een bijdrage in het onderhoud levert van ten minste f 728,- per 1 januari 2002: € 373 per kwartaal;

  • b.

    grotendeels indien het inkomen van dat kind niet meer dan f 1935,- per 1 januari 2002: € 989 per kwartaal bedraagt en hij een bijdrage in het onderhoud levert van meer dan f 1935,- per 1 januari 2002: € 989 per kwartaal.

Artikel

7

In afwijking van artikel 5, vierde lid, en artikel 6 onderhoudt de verzekerde een kind als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, en artikel 6, onderdeel b, dat al voor 1 oktober 1995 in verband met ziekte of gebreken noch tot zijn huishouden noch tot dat van een ander behoort, grotendeels indien het inkomen van het kind ten hoogste f 1935,- per 1 januari 2002: € 989 per kwartaal bedraagt en de verzekerde een bijdrage in het onderhoud van het kind levert van ten minste f 1456,- per 1 januari 2002: € 754 per kwartaal.

Artikel

8

Indien een verzekerde eenzelfde kind over eenzelfde tijdvak zowel in belangrijke mate als grotendeels onderhoudt, onderhoudt hij het kind grotendeels.

Artikel

9

Indien twee verzekerden eenzelfde kind over eenzelfde tijdvak grotendeels onderhouden, onderhoudt de verzekerde die de hoogste bijdrage in het onderhoud levert, het kind grotendeels en de andere verzekerde het kind in belangrijke mate.

Artikel

10

Artikel

11

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

12

De regelingen van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 juni 1983, nr. 52.304 (Stcrt. 124), van 30 maart 1983, nr. 51.225 (Stcrt. 64) en van 29 september 1980, nr. 54.829 (Stcrt. 193) worden ingetrokken.

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 1995.

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit onderhoudsvoorwaarden kinderbijslag.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, R. L. O. Linschoten
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager